Op de eerste zondag na de verrijzenis kwamen de apostelen bijeen te bidden met dicht gegrendelde deuren. Plots drong de verrezen Jezus binnen met zijn woorden ‘vrede zij u’. Thomas was toen afwezig en kon het verhaal van zijn collega’s niet geloven. Een week later was Thomas er wel bij. De verschijning van de verrezen Jezus aan hem had blijkbaar iets uitzonderlijk. Zijn ervaring van de wonden van de verrezen Jezus onthulde hem een ongemene diepte, die hij bracht tot de grootste geloofsuitspraak: “Mijn Heer, mijn God!” Nu erkent hij, niet alleen de gekruisigde Jezus, de aanwezigheid van de onzichtbare Jezus overstijgt hem boven alles.
Wij mogen een beetje jaloers zijn op de apostelen, die de aardse Jezus hebben gekend en hem als de Verrezen Heer mochten ontmoeten. Vanuit dit Paasverhaal wordt Thomas gezien vooral als figuur, of als patroon van de onzekere, die geen raad weet met het lijden en met al wat mysterie is, of met wat van ons verstaan te boven gaat. Zoals Thomas, willen wij soms ook tekenen en bewijs zien om te geloven. Maar geloof is immers niet gebaseerd op bepaalde zekerheden, ook niet op bepaalde bewijzen. God is nooit te zien van aangezicht tot aangezicht; en Gods woord is altijd gehuld in een menselijk woord. Apostel Thomas heeft zijn twijfels. Hij kan de ergernis van het kruis niet plaatsen in zijn visie op Jezus. Hij was op de verkeerde weg bezig. Hij wilde zien en grijpen om te kunnen begrijpen: “Als ik mijn vinger niet kan leggen in zijn wonden en mijn hand niet in zijn zijde, zal ik zeker niet geloven”. Wij kunnen God herkennen, alleen door ons zelf aan Hem over te geven, door te geloven. De liefde zal ons leren, hoe men met twijfels moet omgaan. In de ontmoeting met Jezus, wordt zijn geloof verhelderd en komt Thomas tot zijn diepste belijdenis: Mijn heer en mijn God! In volle overgave is Jezus uiteindelijk zijn Heer en zijn God geworden. Dit antwoord is geboren uit twijfel. Uiteindelijk is dit boven alle twijfel verheven.
Thomas is steeds degene geweest, die zo graag Jezus op zijn weg wilt volgen maar niet blindelings. Hij twijfelt maar hij gaat uiteindelijk wel! In de persoon van Thomas zien we een beeld van zoekend vertrouwen, van niet-weten en willen weten, van aanraken om te geloven, en verlangen om aangeraakt te worden. Uiteindelijk vindt hij zijn rust in de ontmoeting met Jezus. Thomas is het beeld van een mens die doorheen geloofscrisis het geloof ontdekt; zelfs zuiverder en dieper dan ooit. Twijfel die in wezen een zoeken naar God is, kunnen ons geloof alleen maar verdiepen. Moge de heilige Geest ons hart verwarmen, en ons verstand verlichten.
1e lezing: Hand. 4, 32-35; 2e lezing: 1Joh. 5, 1-6; evangelie: Johannes 20, 19-31
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar. Hoewel de deur op slot was uit vrees voor de Joden, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: `Vrede!' Na deze groet toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. Vreugde vervulde de leerlingen toen ze de Heer zagen. `Vrede', zei Jezus nogmaals. `Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik jullie.' Na deze woorden ademde Hij over hen. `Ontvang de heilige Geest', zei Hij. `Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.' Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was er niet bij toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: `We hebben de Heer gezien.' Maar hij zei: `Ik wil zijn handen zien, met de gaten van de spijkers erin; ik wil ze met mijn vingers voelen. Ik wil met mijn hand de opening in zijn zijde voelen. Anders geloof ik niet.' Acht dagen later waren de leerlingen weer bijeen, en nu was Tomas erbij. Hoewel de deur op slot was, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: `Vrede!' Vervolgens richtte Hij zich tot Tomas: `Kijk maar, hier zijn mijn handen; kom nu maar met je vinger. En kom met je hand om de opening in mijn zijde te voelen. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig.' Hierop zei Tomas: `Mijn Heer! Mijn God!' Jezus zei: `Omdat je Me gezien hebt geloof je? Gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen.' Nog veel andere tekenen heeft Jezus voor de ogen van zijn leerlingen verricht, die niet in dit boek zijn neergeschreven. Die welke u hier vindt, zijn neergeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven zult bezitten in zijn naam.