Broeders zelden vallen menselijke gebeurtenissen en het kerkelijk jaar zo goed samen. Het begon al met de Vasten. Het corona kwam op. Met Pasen moesten we ons behelpen om iets van de Verrijzenis van de Heer met elkaar te kunnen delen. Nu is het de Geest die over ons daalt, terwijl we nog steeds beperkt zijn in onze vrijheid en gekluisterd aan ons huis. Je zou denken: Pinksteren bevrijdt ons uit de angst voor het onbekende: ramen en luiken open. Iedereen roept: ‘de Geest van vrede laat zich zien, we voelen Hem’. In Jezus staat Hij in ons midden. Een ware bevrijding die haast het uitbundige gevoel geeft van wat ik wel eens hoor over de opwekkingsbewegingen.
Je zou eigenlijk verlangen, dat we vandaag met zijn allen eerst het getuigenis van Pinksteren zouden vieren. Dan zou maandag de horeca los mogen gaan. Je zou willen dat we collectief vandaag onze toolkit komen ophalen, zodat we uitgerust zijn en ons bezinnen op de volgende stap naar bevrijding die vooral vredig moet verlopen. Laten we in ieder geval in ons gebed iedereen zo’n toolkit toewensen, want de teleurstelling ligt op de loer. Laten we bidden dat iedereen de sleutels van waardigheid en respect gebruikt uit zijn gereedschapskist. Een stap terug zou pijnlijk zijn. Vooral voor de achterblijvers die nog niets mogen.
We hebben een tijd achter de rug van groot leed, begonnen met de Vasten: velen zijn gestorven zonder dat werd toegestaan ze in de armen te nemen en de achterblijvers te troosten. Mensen hebben in een gigantische vrijheidsbeperking geleefd, terwijl hun hersenen te zwak waren om het allemaal te kunnen begrijpen, ronddwalend, een groot vraagteken? Waarom moest het zo harteloos?
We hebben er zelfs een nieuw woord voor de Dikke van Dale bijgekregen: huidhonger. Gek eigenlijk: Hollanders worden als nuchter en enigszins koel gedacht en nu hebben we huidhonger. Het gemis aan knuffelen is nog nooit zo sterk gevoeld. Het heeft chaos, angst, verdeeldheid, frustratie, spanning, honger, armoede en huiselijk geweld en laten zien. Het zijn woorden en ervaringen, die de vrede belemmeren. Het 75e verjaardagsfeestje van de Bevrijding - in ons land de dag van vrede - ging niet door. We verlangen naar vrijheid en vrede, maar gunnen we dat de ander ook? Hoe vinden we ze terug? Hoe vinden we elkaar terug? Hoe vinden we gemeenschap terug en hoe vinden we de kerkelijke gemeenschap terug? Op de radio hoorde ik, dat de online diensten van de katholieken en protestanten op de tv beter worden bezocht dan de zondagse kerkdienst. Is het ons zo goed bevallen dat we verder gaan denken: zo thuis op de bank is het ook wel goed. Verliezen we dan ook nog de belangstelling voor de eucharistische samenkomsten, die we toch echt nodig hebben als kerk? Maar vooral vrees ik voor de gemeenschap-vormende diaconale taak van de kerk, die in menselijk opzicht echt zo belangrijk is.
Vroeger lagen de kerk en de kroeg tegenover elkaar. In deze dagen heeft de kroeg het gewonnen. Maandag mogen de kroegen het proberen. In gemeenschap met God treden in zijn huis moet nog wachten en is aan veel strengere regels gebonden: reserveren om naar een kerkdienst te gaan. Hoe hebben we het kunnen verzinnen? We gunnen iedereen zijn terrasje, we moeten daar ook niet kribbig van worden. Maar in het totaalplaatje gaan we wel aan een aantal stappen voorbij. Velen hebben deze stap namelijk mogelijk gemaakt in het zweet des aanschijns en moeten dat nu nog steeds blijven doen. Velen zitten er nog in isolatie, hier ook bij ons in huis. Dan mogen we de eerste kroeggang wel wat relativeren en de sleutels van lof en waardering uit onze kist halen om het uit te roepen. En laat iedereen in het uitgaansleven die - als hij zijn eerste drankje neemt - zijn bevrijding viert, zeggen: ‘shalom voor iedereen, ook voor de thuisblijvers’.
De vrede van Jezus. Het eerste wat Jezus ná zijn opstanding tegen zijn leerlingen zegt is: ‘vrede voor jullie’. De leerlingen zijn op dat moment bang, ongerust, onzeker. Wat gaan de Joden doen, die Jezus hebben gekruisigd? De deuren zijn dichtgedaan. Leef je eens in in die sfeer van angstige onzekerheid. Dat kennen we nu ten diepste ook. En dan is daar opeens Jezus. Hoe moet dat geweest zijn? Wat voelden de leerlingen? Wat dachten ze op dat moment? Het eerst woord dat Jezus spreekt: ‘vrede’ (Hebreeuws: shalom ; Grieks: eirènè). De shalom heeft een heel belangrijke plek in het Joodse geloof, maar in een mondiale wereld is dat veel breder geworden. De vrede, gisteren in de VS met voeten getreden: een blanke politieman laat voor het oog van het volk een zwarte man stikken. Opnieuw slaat de vlam in de pan en zijn er overal pijnlijke demonstraties van mensen die er niet meer tegen kunnen als tweederangsburgers te worden gezien. Zouden we ná deze lockdown niet eerst de sleutels van rechtvaardigheid en gelijkheid moeten pakken om te herstellen van wat al eeuwen fout is en waar we van weg kijken: racisme, antisemitisme, islamfobie, homofobie en meer van die volstrekt absurde fobieën die we hebben ontwikkeld en toelaten.
De grote zegen van de hogepriester in Numeri 6: 22-24 werkt naar het hoogtepunt van de vrede toe: ‘De Heer zegent jullie … en Hij geeft jullie vrede’. Van bang worden de leerlingen blij: ze zien de Heer! Wat zijn er veel plekken in ons leven en in deze wereld waar alles zou veranderen als we de Geest zouden toelaten: ‘Vrede voor jullie’. Wat is er nog veel angst, onrust, spanning en vijandschap, die vragen om afgebroken te worden!
De wonden van Jezus ‘Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde.’ Geloven de leerlingen nog niet dat het Jezus is? In elk geval wijzen de wonden van Jezus erop dat vrede niet zonder pijn gaat. Er bestaat - net als goedkope genade - goedkope vrede: de lieve vrede. Dat je maar niks zegt of doet om geen gedoe te krijgen. Maar Jezus zegt ook: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Het is onvermijdelijk dat het evangelie van Jezus ook moeite en verwijdering met zich meebrengt rond de waarheid en rond relaties. Maar een leerling van Jezus kan, als vredestichter, nooit bewust uit zijn op conflict. De vrede van Jezus heeft hem ook alles gekost: door zijn bloed kwam er verzoening tussen God en mensen. Niet voor niets spreekt Jezus direct ook over vergeving: vrede kan niet zonder vergeving, vergeving leidt tot vrede.
De Geest van Jezus’ Pasen en Pinksteren vallen hier samen: Jezus blaast over zijn leerlingen: ‘Ontvang de heilige Geest.’ Vrede is echt vrucht van de Geest! De leerlingen (en wij dus ook) worden uitgezonden om vredestichters te zijn, om het evangelie van de vergeving te vertellen en uit te leven. Zo verspreidt de shalom van de Heer zich in deze wereld, die zoveel moeite heeft om vrede te sluiten. Bedenk ook dit: de Dalai Lama zegt: ‘Vrede kan alleen heersen als het voort komt uit een innerlijke vrede, de vrede in ons eigen hart’. Laat iedereen op voorhand die sleutel altijd in zijn broekzak bij zich dragen.
Laten we de Geest zijn werk doen. We kunnen het niet alleen. Als er iets is wat we hebben kunnen leren, is dat de mens de wereld niet naar zijn hand kan zetten. Het rassengeweld levert een volledige mobilisatie van de grootste legermacht op, omdat een persoon nog niet eens het sleuteltje van zijn toolkit heeft gevonden. Laten we door ons leven te leiden met de vaardigheden doorgaan. Eén van de sleutels is namelijk ook hard ‘Nee’ roepen, in opstand komen als er onrecht ervaren wordt. Het is het enige antwoord op geweld. Onze gereedschappen hebben onderhoud nodig, zij roesten makkelijk. Kruipolie is geen goed materiaal, NIVEA des te beter - al is het ook vettig-: Niet Invullen Voor Een Ander.
1e lezing: Handelingen 2, 1-11; 2e lezing: Kor. 12, 3b- 7.12-13; evangelie: Johannes 20, 19-23a.
Evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u.’ Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: ‘Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.’ Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.’