Met of zonder gehoorapparaat?
Veel programma’s op de radio en op de televisie hebben hun eigen herkenningsmelodie. Je hoeft de muziek maar te horen en je weet wat er gaat komen. Zo is de herkenningsmelodie van de advent al eeuwen lang het ‘Rorate coeli desuper’. Als die melodie, die we ook in deze viering zullen zingen, en als die melodie klinkt weet je wat er aan komt: Kerstmis. In de tekst van het Rorate bidden en zingen wij dat Gods hulp neer mag dalen over de aarde. We bidden dat Gods genade als hemelwater, als dauw van boven, onze dorre aarde goed zal doen. We vragen om aandacht, we vragen om gehoord te worden.
De profeet Jesaja in die eerste lezing vraagt dat ook. Jesaja leefde zo’n 700 jaar vóór Christus. Het Joodse volk woont dan inmiddels al zo’n 500 jaar in het gebied dat Israël en Juda heet. In al zijn teksten voel je hoezeer Jesaja onder de indruk is van het feit dat God zich heeft willen binden aan dat kleine volk waartoe ook Jesaja behoort.
Maar, hoe pijnlijk, zo vindt Jesaja: vele volksgenoten zijn daar niet meer zo van onder de indruk. Er zijn intussen zovele wantoestanden ontstaan in de vorm van corruptie, van onrechtvaardige toestanden en afgodendienst. Hij verzet zich daar fel tegen en trekt fel van leer. We zijn gaan dwalen, zegt Jesaja; we lopen God voorbij, en we modderen maar wat aan! Jesaja vraagt om vergeving. Hij bidt: “scheur open die hemel en laat U weer zien, we zijn toch uw mensen; kom ons weer tegemoet, laat ons niet vallen!” En zo zingen en bidden wij in het Rorate: “Laat komen, in onze soms godvergeten wereld, laat komen Hij die komen zal; verlangend zien we naar Hem uit.”
Het is belangrijk om aan te kloppen bij God. Denken we daar nog wel eens aan? In het leven van alledag is ons niets te veel om, zeg maar, goed contact met buiten te hebben. We struinen de ene na de andere gehoorwinkel af om ons gehoor te laten testen en om ons zo’n perfect mogelijk gehoorapparaat te laten aanmeten. Maar hoe zit het als het om contact met God gaat? Hoeveel mensen, of misschien moet ik zeggen, hoe weinig mensen zijn er nog die in het weekend naar de kerk gaan om in de symbolische betekenis van het woord, hun gehoorapparaat in te doen om die oproep te horen in de kerk?
In ieder geval zijn wij hier samen en naar de kerk gekomen om het woord van Jesaja wél op te vangen en hebben we gehoord hoe mensen 700 jaar vóór Christus bij God aanklopten.
Ook wij nu, meer dan 2000 jaar ná Christus, willen bij God aankloppen. En van Jezus, wiens geboorte we met Kerstmis gaan vieren, weten we dat God op onverwachte wijze bij ons aanklopt. De lezing uit het evangelie maakt ons daarop attent. Wees waakzaam, zo horen we daar, en wanneer Hij komt, zorg er dan voor dat je niet slaapt. Als je slaapt, doe je natuurlijk je gehoorapparaat uit, maar zodra je wakker wordt, doe je het weer in. Helaas zijn er veel mensen die dat nogal eens vergeten. Ik vergeet het ook wel eens en u misschien ook. Op zulke momenten van vergeetachtigheid kunnen we ons herkennen in die vrome vrouw aan wie Jezus in een droom verscheen. Jezus vertelde in die droom dat Hij de volgende dag bij haar op bezoek zou komen. Ze stond op en ruimde haar hele huis op voor het hoge bezoek. Ze was net klaar toen er gebeld werd. Zenuwachtig deed ze de deur open, maar daar stond haar dochter met de kleine. Of oma even wilde oppassen. “Het spijt me,” zei de moeder, “maar vandaag een keertje niet, mijn kind, want ik krijg hoog bezoek.” Tegen de middag werd er weer gebeld: iemand met een collectebus voor hongerend Afrika. “Nu even niet”, zei ze, “Want ik verwacht hoog bezoek.” Tegen de avond belden twee jongens van de scouting aan en vroegen of ze nog oude spullen had voor hun vlooienmarkt en dus voor het goede doel. “Morgen terugkomen”, zei ze, “ik kan elk ogenblik hoog bezoek krijgen.” Maar er kwam niemand…. Moe van het wachten en teleurgesteld ging ze naar bed en opnieuw verscheen Jezus in haar droom. Hij zei: “Ik heb drie keer bij je aangebeld en drie keer had je geen tijd.” Toen pas werd ze wakker en deed ze haar gehoorapparaat in en ontdekte ze dat God in allerlei mensen komt en toen besefte ze ook dat God op een uur komt en op een wijze die je niet verwacht. God vraagt ons zo dikwijls om hulp en als we Hem die niet weigeren, pas dan kunnen we eerlijk vragen of Hij ons helpt met de dauw van zijn genade.
Ja, voortdurend klopt Jezus, klopt God bij ons aan, in allerlei gestalten, in allerlei mensen en met allerlei vragen. “Wees waakzaam”, God komt op een uur en op een wijze die je niet verwacht. Bedenk het goed: God vraagt ons zo dikwijls om hulp en als we die Hem niet weigeren, pas dan kunnen we eerlijk vragen of Hij ons helpt met de dauw van zijn genade. Heeft u uw gehoorapparaat aanstaan en heeft u het op de goede afstand staan? Ik wil tot slot u een advies meegeven: Experimenteer er maar wat mee in deze advent om straks, over enkele weken, ook de kerstboodschap te verstaan!
1e lezing: Jes. 63.16b-17.19b; 64.3b-8; 2e lezing: 1Kor. 1,3-9; evangelie: Marcus 13,33-37
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Weest op uw hoede; weest waakzaam, want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is. Het is er mee als met een man die in het buitenland vertoeft. Bij het verlaten van zijn huis heeft hij aan zijn dienaars het beheer overgedragen, aan ieder zijn taak toegewezen en de deurwachter bevolen waakzaam te zijn. Weest dus waakzaam, want ge weet niet, wanneer de heer des huizes komt, ‘s avonds laat of midden in de nacht, bij het hanegekraai of ‘s morgens vroeg. Als hij onverwachts komt, laat hij u dan niet slapend vinden. En wat Ik tot u zeg, zeg Ik tot allen: weest waakzaam!’