Broeders en zusters, van de evangelist Mattheus, die we het afgelopen jaar hebben gevolgd en die wat meer woorden nodig heeft, lezen we nu de meer bondige Marcus. Het is het kortste en waarschijnlijk ook het oudste evangelie. Vanmorgen lijkt het zich te beperken tot twee woorden: ‘weest waakzaam’. Het is aan het begin van de Adventstijd een klassieker: ‘Ik zeg tot u allen: weest waakzaam’. Voor de duidelijkheid, broeders en zusters, ik zeg het niet zelf, maar het is Jezus zelf die deze woorden tot ons roept en daarmee is dan ook wel alles gezegd. Ik heb niet de pretentie er een tittel of jota aan toe voegen, zoals Hij dat zelf ook heeft gezegd. Wat geschreven staat, is geschreven.
Maar dan! Kunnen we dan 4 weken achterover leunen en wachten tot het kerstmis wordt? Laten we dat maar vergeten. Nu begint voor ons het werk pas echt. God gaat komen in de meest kwetsbare gestalte: een dakloze, hulpeloze baby met twee ouders die minder hebben dan een bijstandsuitkering of een schuld van de belastingdienst ‘aan hun fiets’, want Lucas gaat het verhaal wel differentiëren. We mogen het verhaal niet veranderen, maar Lucas zou Hem nu zo maar in quarantaine kunnen stoppen. Niet alleen vanwege Covid, maar ook en vooral vanwege het menselijke onvermogen daar een goede manier van omgang voor te vinden. Maar actueel is het wel.
Jozef en Maria zijn op weg naar een volkstelling en dat gaat gewoon over belastingen. Hoeveel mensen kunnen hoeveel ophoesten? Dat was toen en dat is nu. Dat laat niet onverlet, dat het principe van belasting goed is: samen financieel verantwoordelijk zijn voor een goede inrichting van de samenleving waardoor iedereen het goed heeft. Maar geld doet de mens veranderen en de zwakkere is dan het slachtoffer, want de sterke weet goed voor zichzelf te zorgen.
En zo komen we weer terug bij: ‘weest waakzaam’. Het is een oproep aan iedereen van ons om aan de slag te gaan. Wij hebben 4 weken de tijd om de samenleving zo in te richten, dat God zich hier welkom voelt. Nu zal Hij als baby niet veel eisen hebben of ons tegenspreken. Maar die zwervende familie, die we zo mooi de Heilige familie noemen, staat natuurlijk voor veel meer. Deze familie staat voor alles wat kwetsbaar en gebroken is. Ze staat voor waar we van wegkijken zonder dat het echt tot ons doordringt dat God zo onder ons wil komen. Dat wij een uitdaging gaan zien, misschien wel allereerst in onze eigen gebrokenheid en kwetsbaarheid. Het is een reden temeer om nog harder aan de slag te gaan, want Hem mag niets ontbreken. Als Hem niets ontbreekt, hoeft het mij ook aan niets meer te ontbreken. In Hem zit namelijk iedereen. Niemand op deze wereld mag iets ontbreken en dat hoeft ook niet. Er is genoeg voor iedereen, dat is allang voor ons uitgerekend. Het gezeur over dat de wereld te vol is, slaat nergens op. Wij willen alleen zelf meer ruimte hebben dan de ander en dan krijg je spanning. Denkbeelden raken verwrongen, complottheorieën vliegen de pan uit en pandemieën lijken niet meer te beheersen, omdat een deel niet bereid is te delen. 1½ meter is toch niet teveel gevraagd? Zet alle wereldburgers bij elkaar met één meter ertussen en je hebt genoeg aan de provincie Limburg en een deel van Gelderland. Zó moeten we het niet willen inrichten, alhoewel het zou mooi zijn als we zo bij elkaar God zouden ontvangen; daar kan geen dance-event tegenop. Een eigentijdse Jesaja zou er zou een visioen bij krijgen.
Hoe gaan we aan de slag met die waakzaamheid? Laten we ons nu eens echt overgeven aan de Bijbelse verhalen, die we vandaag en de komende weken gaan horen. De combinatie van het Marcus-evangelie met de profetische woorden van Jesaja zijn echt uniek. Als zelfs in het gebouw van de Verenigde Naties staat gebeiteld, dat lansen en speren tot ploegijzers worden omgesmeed, dan ligt daar de oplossing voor het voedselprobleem. Als de koe en de berin rustig tegen elkaar aan gevlijd liggen en herkauwen dan zouden wij dat toch ook moeten kunnen en hebben we voor Kerst even genoeg aan de ruimte waar ik het net over had. Dan zouden wij dat kind majestueus kunnen onthalen. U zou kunnen zeggen: luchtfietserij? Dan heeft u voor meer dan 100% gelijk. Maar is het beeld zoveel anders dan Jesaja ons voorhoudt? is het dan ook een droom? Ja, misschien wel.
Maar weet u, wat is er slecht aan om aan deze droom toe te geven? We dromen allemaal van een Kerst samen en ondertussen is de bereidheid om er iets voor te doen gedaald tot een niveau waardoor het niet mogelijk gaat worden. De ziekenhuizen liggen vol, de teams op de IC’s lopen op hun tenen. En wat zien we in die zorgzame samenleving? De melkbussen, gemaakt om de opbrengst van die ploegscharen in op te slaan, worden gevuld met carbid, om nog harder te knallen en oorlogje te spelen of armpje te drukken: ik ben sterker dan jij.
Voordat het een klaagzang van negativiteit wordt, is het belangrijker te zoeken naar wegen hoe we het kunnen ombuigen. Kerstmis gaat het niet meer worden met veel mensen rond een feestelijke dis. Nu is het daar overigens nooit over gegaan! Dat is ontsproten aan ons fantasierijke brein en daarop vooruit gelopen. Waar het wel om gaat, is die ene lege stoel voor die ene in het Oude Testament: voor de profeet Elia; in het Nieuwe Testament voor Jezus aan de tafel van de tollenaar en nu voor de zwervende vluchteling die toevallig Isa heet. En dát is juist wel mogelijk, vaccin of niet. ‘Weest waakzaam’ vraagt van ons om te waken over de ander, over de wereld, over de natuur, over alles wat God ons heeft gegeven. Opnieuw komt Hij tussen ons inwonen, omdat Hij ziet dat wij dat niet op eigen kracht kunnen. Als Jezus aan de slag gaat, is zijn boodschap voortdurend: ‘heb elkaar lief’. En kies daarin dan nog vooral voor de zwakkere, want die heeft nog meer onze liefde nodig. We zien het door de hele Bijbel heen vanaf Kaïn en Abel tot in de brieven van Paulus waarin hij schrijft er is geen man of vrouw meer, geen Griek of Jood worden er een samenleving gekleurd waarover we nu constant geschillen hebben, racisme, islamofobie, gendergelijkheid, etc.
Broeders en zusters, we zijn helemaal niet zo origineel. Het is allemaal al gezegd in de evangeliën, de brieven van Paulus en de profeten waaronder Jesaja. We hoeven het niet opnieuw uit te vinden. We moeten het doen en dat klinkt heel zoetsappig, maar de boodschap is niet anders dan dat: ‘heb elkaar lief!’ Wat is daar toch zo moeilijk aan? Omdat we dan echt waakzaam zullen zijn: de ogen op de ander gericht om te zien of hij het redt en dan sta ikzelf gewoon even niet op de voorgrond. Hoe ben ik waakzaam, vigilant, alert? Door zorg voor de ander te dragen, want dan zorg ik juist goed voor mezelf. We hebben 4 weken de tijd. Die tijd is veel te kort. Maar zouden we dan kunnen beginnen om hier tenminste een start mee te maken door alleen al eens tegen een ander te zeggen dat je hem liefhebt, dat je van hem houdt! Dan is de kribbe opgemaakt als een vorstelijk bed. Daarvan kan Covid het niet winnen!
1e lezing: Jesaja 63, 16b-17.19b; 64, 3b-8; 2e lezing: 1Kor. 1, 3-9; evangelie Marcus 13, 33-37
Evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Weest op uw hoede; weest waakzaam, want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is. Het is er mee als met een man die in het buitenland vertoeft. Bij het verlaten van zijn huis heeft hij aan zijn dienaars het beheer overgedragen, aan ieder zijn taak toegewezen en de deurwachter bevolen waakzaam te zijn. Weest dus waakzaam, want ge weet niet, wanneer de heer des huizes komt, ‘s avonds laat of midden in de nacht, bij het hanegekraai of ‘s morgens vroeg. Als hij onverwachts komt, laat hij u dan niet slapend vinden. En wat Ik tot u zeg, zeg Ik tot allen: weest waakzaam!’