‘We can come an end’. Deze legendarische uitspraak was onlangs te horen tijdens een persconferentie in een van de golfstaten. Misschien dachten Sinterklaas en Piet dit ook toen zij een paar dagen geleden achter een voortvluchtige winkeldief aan gingen. Het incident speelde zich af in een bouwmarkt ergens in het oosten van het land. De winkeldief was van plan een decoupeerzaag buit te maken. Toen op weg naar buiten de beveiligingspoortjes afgingen, zette de dief het op een lopen. Op het plein voor de bouwmarkt stonden Sinterklaas en Piet met een aantal kinderen. Toen zij de dief zagen rennen, zetten de Sint en Piet de achtervolging in. Hoewel de dief zich in een andere winkel wilde verstoppen, werd hij snel gevonden. Hij probeerde nog te vluchten, maar wist niet aan de houdgreep van Piet te ontkomen. Daarna werd hij overgedragen aan de politie. Een woordvoerder van de politie was blij met de hulp uit zeer onverwachte hoek. “Bijzonder om van de Sint een burgeraanhouding te krijgen,” aldus de woordvoerder. Wanneer wij dit proberen te doen, geldt dan ook ‘we can come an end’?
“Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers”, aldus de eerste lezing. “Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander, en niemand zal nog leren oorlog voeren.”
De eerste lezing is genomen uit de profeet Jesaja. Terwijl het eerste hoofdstuk nog in het teken staat van klagen en wee-roepen over Juda, begint het tweede hoofdstuk met een heilsorakel. Voor onze ogen roept de profeet een beeld op over het einde der tijden. Voor een groep gelovigen spreekt hij zijn vertrouwen uit dat de dag zal aanbreken waarop een eindeloze stroom gelovigen op weg zal gaan naar Jeruzalem, de stad van vrede. Zijn visioen beperkt zich niet tot Israël alleen, want ook de ‘gojiem’, de niet-joden, zullen optrekken naar Jeruzalem, om zich te onderwerpen aan de geboden van de Heer.
De profetie spreekt over een oordeel van de Heer, en over vrede. Want waar Gods barmhartigheid en gerechtigheid heerst, daar is vrede het gevolg. Definitieve vrede zelfs, want dan zal men niet meer het oorlogsvak beoefenen, enkel nog het agrarische. Zwaarden zullen omgesmeden worden tot ploegijzers, en speren tot sikkels. Alvorens dit kan geschieden, alvorens deze vrede aanwezig kan zijn, roept hij het volk op tot inkeer, tot verandering van levensstijl: door vrede te scheppen in plaats van conflicten uit te lokken, door de dialoog aan te gaan in plaats van ruzie te maken. Wanneer wij dit proberen te doen, geldt dan ook “we can come an end”?
“Weest ook gij dus bereid”, aldus Jezus tot zijn leerlingen, “omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.”
De evangelielezing van vandaag maakt deel uit van een lange toespraak van Jezus over zijn wederkomst, en over de voltooiing van de wereld. De eerste generatie christenen verwachtte dat de wederkomst van Christus nabij was, en hen zou overvallen ‘als een dief in de nacht’. Maar sindsdien zijn vele christenen gestorven, zonder de bazuinen van het laatste oordeel gehoord te hebben. Mattheüs houdt er rekening mee dat de wederkomst nog lang zou kunnen uitblijven, want alleen de Vader kent dag en uur. Aangezien niets in de richting van een wederkomst en oordeel wijst - ‘de Heer blijft nog wel een tijdje weg’ -, schuilt in een onoplettende, onverschillige en gemakzuchtige leefstijl een risico voor de leerlingen.
Ter illustratie wordt een vergelijking gemaakt met de dagen die aan de zondvloed voorafgingen, toen de mensen er maar op los leefden, en niets in de gaten hadden. Zo onverwacht als de zondvloed toen kwam, zo onverwacht zal ook de wederkomst van Christus zijn. De aspecten die hierbij genoemd worden, vormen - terecht - belangrijke onderdelen die de mens nodig heeft en bezighouden, zoals: eten, drinken, huwen en arbeiden. Maar, wanneer men zich alleen hiermee bezighoudt, zonder zich te bekommeren om God, gebod, medemens en Christus’ wederkomst, dan zal het met hen net zo gaan als met de mensen ten tijde van Noach.
“Weest ook gij dus bereid”, aldus Jezus, “omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.”
Weest waakzaam. Eén op het eerste gezicht een eenvoudige oproep. Maar, is het wel zo eenvoudig? Zijn wij in ons leven waakzaam? En zo ja, hoe en waar proberen wij dit in ons dagelijks leven vorm te geven en te concretiseren? Thuis of op het werk? In gemeenschap en samenleving? Door met zorg en aandacht onze taken en opdrachten te vervullen? Of, door het vinden van allerlei uitvluchten om deze te ontlopen?
In de eerste lezing roept Jesaja het volk op tot inkeer, tot verandering van levensstijl: door vrede te scheppen in plaats van conflicten uit te lokken, door de dialoog aan te gaan in plaats van ruzie te maken. In het evangelie dat wij bereid moeten zijn, dat wij ons moeten bekommeren om God, gebod, medemens en Christus’ wederkomst, omdat de Mensenzoon komt op een uur waarop wij het niet verwachten. En Sint en Piet? Zij achtervolgden een voortvluchtige winkeldief en overmeesterden hem. Wanneer wij dit proberen te doen, geldt dan ook ‘we can come an end’? Amen.
1e lezing: Jesaja 2, 1-5; 2e lezing: Rom. 13, 11-14; evangelie: Matteüs 24, 37-44
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘ Zoals het ging in de dagen van Noach, zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon. Zoals toch de mensen in de dagen voor de zondvloed doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven, tot op de dag, waarop Noach de ark binnenging, en zij niets vermoedden, totdat de zondvloed kwam en allen wegrukte: zo zal het ook gaan bij de komst van de Mensenzoon. Dan zullen er twee op de akker zijn: de een wordt meegenomen, de ander achtergelaten; twee vrouwen zullen met de molen aan het malen zijn: de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten. Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur van de nacht de dief zou komen. zou hij blijven waken en in zijn huis niet laten inbreken. Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur, waarop gij het niet verwacht.