Broeders en zusters, ‘Op weg gaan’ of beter nog ‘vertrekken’ is het sleutelwoord van dit feest: Jezus vertrekt naar de Vader en geeft de leerlingen de opdracht naar de wereld te vertrekken (Paus Franciscus). Je zou er inderdaad, net als sommige leerlingen, van gaan aarzelen. Het is eigenlijk vreemd. Jezus, je beste vriend, je leraar vertrekt voorgoed uit je blikveld. Zijn vertrek zou logischerwijs er toe leiden, dat je je verlamd voelt. Je kunt geen stap meer zetten, geen hap meer door de keel krijgen. Hoevelen van ons maken dit niet mee als een van hun geliefden sterft? De hele wereld lijkt door het vertrek van de geliefde in elkaar te storten.
Toch roept Hemelvaart ons op om niet te blijven staren, maar er op uit te trekken en net als Jezus, gezondene van de Vader in de wijde wereld te worden. Jezus zelf is de gezondene in ons midden. Omdat Jezus alle macht heeft kan Hij ons tot gezondene van de Vader maken. Hij en de Vader zijn immers één. We hoeven ons geen zorgen te maken dat wanneer we in Jezus naam gezonden worden wij Jezus tussen God en ons in plaatsen. Wie Jezus ziet, ziet de Vader! Wie Jezus hoort, hoort de Vader! Wie door Jezus gezonden wordt, wordt door de Vader gezonden!
We moeten erop uittrekken om mensen tot leerling van Jezus te maken. Doen wij dit? Kunnen wij dit? Het is natuurlijk een letterlijk dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest maar dit dopen is, onder normale omstandigheden, voorbehouden aan slechts enkelen onder ons. Er moet dus nog een andere manier van dopen bestaan. Wij moeten de wereld waarin wij leven onderdompelen, dopen, in de Naam van Vader, Zoon en Geest. Met die opdracht worden wij de wereld ingezonden. We moeten leerlingen maken door mensen onder te dompelen in de beweging van Vader, Zoon en Heilige Geest.
Hoe maak ik anderen tot leerling? In ieder geval niet zozeer door woorden maar vooral door aantrekkingskracht. Dompel anderen onder in je houding van vergevende liefde zoals de Vader doet. Dompel anderen onder in je houding van liefde tot het uiterste toe zoals de Zoon doet. Dompel anderen voortdurend onder in die liefdevolle en zachte nabijheid zoals de Heilige Geest. Hij die warm maakt wat is verkild en laat stromen datgene wat star is. Alleen zo maken we mensen tot leerlingen van Jezus. Heel concreet door onze daden van liefde.
Jezus vertrekt vandaag naar de Hemel. Wij vertrekken de wijde wereld in. Het lijkt er op als of er een scheiding plaats vindt. Jezus verzekert ons echter: “ik ben met jullie alle dagen”. Met de herinnering aan Jezus gaan wij de wijde wereld in om mensen tot leerlingen te maken. Een herinnering die meer is dan zo maar een gedachte. Het is een levende aanwezigheid dankzij de heilige Geest die Jezus ons geschonken heeft. Hij, de helper, zal ons geschonken worden om alles wat Jezus gezegd en gedaan heeft in herinnering te houden. Opdat wij kunnen liefhebben zoals Hij gedaan heeft.
Jezus vertrekt naar de Hemel. Ook Hij neemt de herinnering aan ons mee tot bij de Vader. Zijn wonden zijn de herinnering aan ons. Een blijvende aanwezigheid die ons váár het aangezicht van de Vader plaatst. Zo raakt vandaag de hemel de aarde en de aarde de hemel. Jezus in ons en Wij in Jezus.
Iedere eucharistie mogen we dat in het bijzonder vieren. Hemel en aarde raken elkaar in het brood en de wijn. De aarde wordt vervuld van Zijn Aanwezigheid en de hemel wordt vervuld van onze aanwezigheid. In de eucharistie is Hij onder ons aanwezig en zijn wij al een beetje in de hemel. Wat een geweldig feest!
1e lezing: Handelingen 1,1-11; 2e lezing: Efeziërs 1,17-23; evangelie: Matt. 28, 16-20
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
De elf leerlingen nu begaven zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot hen: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.’