Dierbare broeders en zusters, in de evangelielezing vertelt Jezus de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom. Hiermee helpt Hij zijn toehoorders om zijn boodschap over ware bekering gemakkelijker beter te begrijpen. Het is interessant om op te merken wat het beeld van de vijgenboom betekent.
De vijgenboom als geschenk van God is één van de zegeningen die God aan de Joden gaf bij hun intocht in het beloofde land, samen met tarwe, gerst, wijnstokken, granaatappels, olijfbomen en honing (Deut 8,7-8).
Hij staat symbool voor welvaart, vrede, en veiligheid. In de Heilige Schrift word de kwaliteit van vijgen vaak verbonden met de kwaliteit van iemands leven.
Een vijgenboom heeft tijd en zorg nodig om vrucht te dragen. Hij kan twee keer per jaar geoogst worden: de eerste keer in de lente, nog voordat de bladeren bloeien; en de tweede en grootste, beste en sappigste oogst in september en gaan door tot eind februari. Elke boom kan 40 tot 100 kg vruchten opleveren.
Sommige vijgenbomen, de Plataan, bekend als de "Zacheüsboom" in Jericho, zijn ongeveer 2000 jaar oud en blijven vrucht dragen. De oudste plataan in Israël is geschat op meer dan 2500 jaar oud. Ondanks zijn hoge leeftijd blijft de vijgenboom vrucht dragen, schaduw en voedsel bieden, zoals hij waarschijnlijk deed in de tijd van het oude Israël. Dit toont de veerkracht en lange levensduur van de vijgenboom. Tegenwoordig zijn er in Israël nog steeds veel grote vijgenbomen, die goed groeien, schaduwrijk en volwassen zijn.
Dierbare broeders en zusters, met die informatie probeerde ik de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom te onderzoeken.
De eigenaar van de wijngaard had eén vijgenboom geplant. Deze boom was speciaal en had een belangrijke functie. Naast het dragen van vruchten, moest hij ook bijdragen aan de vruchtbaarheid van de wijngaard. Dit herinnert ons eraan dat ieder van ons door God geschapen is met een doel en geplaatst is binnen een gemeenschap. Sinds het begin zijn mensen geschapen om voor anderen te leven. Onze menselijkheid wordt completer en perfecter als meer mensen kunnen genieten van onze goedheid.
Drie jaar zonder vrucht. De eigenaar kwam drie jaar lang zoeken of de vijgenboom vrucht droeg, maar telkens zonder resultaat. Daarom overwoog hij om de vijgenboom om te hakken. Dit kan verwijzen naar drie jaar van Jezus’ prediking, maar ook naar beperkte tijd die ons gegeven is. God geeft ons tijd om ons te bekeren en beter te worden, maar die tijd is niet onbeperkt. Bekering moet zichtbaar zijn in de manier waarop we samenleven met anderen. Brengen wij vreugde en goedheid in het leven van anderen, of verstoren wij juist de harmonie? Als onze aanwezigheid veel mensen verstoort, kan het zijn dat we geen liefde en vriendelijkheid geven.
De tussenkomst van de wijngaardenier. De wijngaardenier pleit voor de vijgenboom en vraagt om nog een jaar extra te verzorgen en te bemesten. Hij is een beeld van Gods geduld en barmhartigheid. God geeft ons steeds nieuwe kansen om te groeien en vrucht te dragen, en Hij plaatst mensen om ons heen die ons helpen om ons leven te verbeteren. De mensen om ons heen die ons helpen onze harten te openen, zodat we kunnen ons leven verbeteren. Een goede omgeving in de familie, gemeenschap en de samenleving helpt ons om goede vruchten voort te brengen.
Dierbare broeders en zusters, net zoals een vijgenboom lang leeft en vrucht blijft dragen, zo kan ook de liefde en goedheid van een mens een blijvende invloed hebben, zelfs na zijn dood. Voor de meesten van ons, denk ik meer aan hoe we in onze steeds ouder wordende leeftijd nog steeds goed kunnen doen voor anderen. In fysieke beperkingen kunnen goede daden worden uitgedrukt door gebed en woorden. Hoe meer we voor anderen bidden, hoe meer we goede dingen over of tegen anderen zeggen, hoe meer we op den duur goede vruchten zullen voortbrengen. Laten we de tijd en kansen die God ons geeft gebruiken zodat onze levens waardevoller zijn voor onze medemensen, waar we ook zijn, in onze families, gemeenschappen, met vrienden en de maatschappij.
1e
lezing: Exodus 3, 1-8a. 13-15; 2e lezing: 1 Kor. 10, 1-6. 10-12.; evangelie: Lucas 13, 1-9
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd waren er bij Jezus enkele mensen die Hem vertelden van de Galileeërs, van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren vermengd had. Daarop zei Hij: Denkt ge, dat onder alle Galileeërs alleen dezen zondaars waren, omdat zij dat lot ondergaan hebben? Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen. Of die achttien die gedood werden, doordat de toren bij de Siloam op hen viel: denkt ge dat die alleen schuldig waren onder alle mensen die in Jeruzalem woonden? Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij niet tot bekering komt, zult ge allen op eenzelfde wijze omkomen.’ Hij vertelde nu deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom die in zijn wijngaard geplant stond; hij kwam zoeken of er vrucht aan zat, maar vond niets. Toen zei hij tot de wijngaardenier: Al sinds drie jaar kom ik aan deze vijgenboom vruchten zoeken, maar ik vind er geen. Hak hem om: waartoe put hij nog de grond uit? Maar de man gaf hem ten antwoord: Heer, laat hem dit jaar nog staan; laat mij eerst de grond er omheen omspitten en er mest op brengen. Misschien draagt hij het volgend jaar vrucht; zo niet, dan kunt ge hem omhakken.’