Vandaag is het de laatste zondag van de Advent. De periode van bezinning en van extra charitatieve zorg ligt al bijna achter ons.
Een heel speciaal feest op het einde van het jaar komt er aan. Net als koning David in de eerste lezing. Hij had alle vijanden uit het rijk verdreven. De economie draaide goed en hij had al een mooi huis voor zichzelf laten bouwen. Het enige dat nog ontbrak, was een tempel. Koning David vond het maar niks, dat de heilige ark sinds de woestijntocht in een tent gebleven is. Hij vertelde zijn plan aan de profeet Natan om daar iets aan te veranderen. Maar God liet hem weten, dat Hij altijd te midden van zijn volk heeft gewoond en altijd met zijn volk onderweg is in welke omstandigheden dan ook. En God wilde dat dit zo zou blijven. Hij reisde mee en deelde in de moeilijke omstandigheden waarin zijn volk verkeerde.
Broeders en zusters, zoals koning David dacht, denken wij wel eens, namelijk dat we zelf alles willen regelen. We willen zelf de toekomst bepalen. Blijkbaar heeft God het iets anders gepland. De toekomst met God is niet vast te leggen in regels, verwachtingen of beelden. De toekomst wordt aan mensen geschonken. Deze kan heel anders zijn dan die we zelf voor ogen hadden. Met andere woorden: het leven voltrekt zich dikwijls anders dan wat wij (kunnen) bedenken. Daardoor moeten we onze eigen verwachtingen loslaten om de nieuwe toekomst te laten gebeuren. God trekt met ons mee waar wij heen gaan, maar is daardoor telkens nieuw en anders. Eigenlijk was een tent een heel geschikte woonplaats. De woontent betekent dat dit aardse leven tijdelijk is en wij eigenlijk altijd onderweg zijn.
Op het Woord van God dat tot haar wordt gericht, heeft Maria anders gereageerd dan Zacharias. Hij gelooft niet wat de engel zegt. Maria schrikt wel even van die stem maar zij luistert ernaar. Zij is geheel ontvankelijk voor de weg die God met haar wil gaan, ook al is het nog een onbekende weg. Maria zei: "Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw Woord!" Alles wat Maria voor haar toekomst bedacht had, moet ze maar laten vallen om ruimte te geven aan een nieuw plan dat God met haar wil beginnen.
Ook in ons leven kan iets dergelijks gebeuren. Het onverwachte maakt soms onze toekomst onzeker. We kunnen ziek worden, onze relaties kunnen verstoord raken, we kunnen ons werk kwijtraken, enzovoorts. Van Maria mogen we leren hoe we de weg van de toekomst het beste kunnen zien. Maria stelt zich ontvankelijk op voor de weg die God met haar wil gaan, hoewel dat niet gemakkelijk is. Met pijn in het hart heeft Maria dikwijls de weg van Jezus niet begrepen. Maar ze blijft het aanvaarden. Zo begeeft Maria zich op de weg van vertrouwen. Maria heeft ons in het evangelie verteld hoe weldadig het is wanneer we openstaan voor het onverwachte en bereid zijn om ons leven een nieuwe richting te geven. Alleen dan kunnen we aanvoelen wie we in de kerstnacht ontmoeten, namelijk God zelf.
eerste lezing: 2 Samuel 7,1 - 5.8b - 11.16; tweede lezing: Romeinen 16,25 - 27; evangelie: Lucas 1,26 - 38.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Toen Elisabeth zes maanden zwanger was werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazareth, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria. Hij trad bij haar binnen en sprak: "Verheug u, de Heer is met u." Zij schrok van dat woord en vroeg zich af wat die groet wel kon betekenen. Maar de engel zei tot haar: "Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en gij moet Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen." Maria echter sprak tot de engel: "Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?" Hierop gaf de engel haar ten antwoord: "De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God. Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk." Nu zei Maria: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord." En de engel ging van haar heen.