Broeder en zusters, elke maand kwam bij mij aan huis de kapster, Inge. En een van die keren, terwijl ze mij aan het knippen was, vertelde ze dat ze in verwachting was.
Ik keek in de spiegel naar haar (en tussen haakjes: ze is ook nog mooi en knap, de moeite waard om haar in de spiegel te bekijken) maar wat mij is bijgebleven was, dat ze, toen ze dat zei, straalde van vreugde vol blijdschap om het kind dat ze verwachtte. Enthousiast vertelde ze hoe ze de babykamer zou inrichten: blauw als het een jongetje was en roze wanneer het een meisje was. Heel haar wezen wachtte op dat moment, het moment van de geboorte van haar eerste kind. En aansluitend vroeg ze of ik, als haar kindje geboren was, het zou willen dopen.
Die vreugde en die blijdschap vinden we op deze vierde zondag van de advent ook in het evangelie van vandaag.
Een opgetogen en bewogen Evangelie. Het gaat hier over mensen vol van geestdrift, die vanuit hun binnenste, vanuit hun hart worden opgenomen in een beweging van de heilige Geest. Maria wordt als het ware gedragen, bewogen door de heilige Geest die zij had ontvangen. Ze kan dat niet voor zichzelf houden, maar wil erover vertellen. Soms is blijdschap iets wat je alleen maar in je eentje hebt. Iets voor je eigen kamer. Maar je wilt er toch ook wel een ander deelgenoot van maken.
Daarom gaat ze met spoed naar het bergland om het grote nieuws aan Elizabeth te vertellen. Spontaan, met spoed, wilde Maria de vreugde die haar ten deel was gevallen, delen met haar bloedverwante die eveneens in gezegende omstandigheden” verkeerde.
Als Maria Elizabeth ontmoet begint het kind in haar schoot zomaar te bewegen van vreugde. Elizabeth wordt vervuld met de heilige Geest. Haar stem zwelt op Maria’s groet met kracht aan. Zo iets gebeurt er wanneer de heilige Geest komt. Dan wordt iemands stem krachtig. En wat Elizabeth bij zichzelf ervaart, constateert zij ook bij Maria door Gods Geest gezegend. Gezegend is ook het kind in de schoot van Maria vrucht van dezelfde heilige Geest. In de geest schouwt Elizabeth in haar nichtje Maria de moeder van haar Heer: “Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?” Het antwoord dat Maria geeft, is van dezelfde heilige Geest: “Van vreugde juicht mijn geest om God mijn Redder.”
Maria gaat naar Elizabeth uit naastenliefde, om zich nuttig te maken. Met het van huis gaan, het buiten zichzelf treden uit liefde, brengt ze iets kostbaars mee: Jezus. Ze brengt haar Zoon mee.
Wat een hoopvolle en vreugdevolle boodschap vandaag, zowel van de profeet Micha als van het evangelie. Ondanks alle ellende die er in die tijd was en wij in onze tijd meemaken, een vreugdevolle en blijde boodschap.
Maar is de werkelijkheid voor ons ook vandaag niet eerder een van onrust dan van rust? Van onveiligheid dan van veiligheid? Hoeveel mensen zijn er niet op de vlucht? Zij leven als vluchtelingen in voor hen vreemde landen. Nog steeds zijn er conflicten die met wapens worden uitgevochten. Jaarlijks vallen daarbij talloze doden. De vrede op aarde is ver te zoeken. Dat geldt voor de relatie tussen landen, volken, bevolkingsgroepen, families, gezinsleden en zelfs mensen die tot de kerk behoren en naar de kerk gaan.
Als je die realiteit in aanmerking neemt, dan wordt de uitspraak van de profeet Micha uit die eerste lezing – “en Hij zal een man van vrede zijn” moeilijk te begrijpen. Ondanks zijn komst in deze wereld is er nog steeds geen vrede. Die vrede kan er alleen komen als wij ons daarvoor inzetten, door elkaar tot zegen en vreugde te zijn. Hoe?
- door mensen te worden naar het beeld van Jezus met ogen die niet alleen kijken, maar ook kunnen aanzien,
- met oren die niet alleen horen, maar ook kunnen luisteren,
- met een mond die niet alleen praat, maar ook kan aanspreken,
- met een verstand dat niet alleen begrijpt, maar ook kan verstaan,
- met een hart dat niet alleen klopt, maar ook bewogen kan zijn,
- met handen die niet alleen grijpen, maar zich ook kunnen openen en
- met voeten die niet alleen draven, maar ook tegemoet kunnen komen,
want dan alleen zijn wij elkaar tot zegen, elkaar tot vreugde.
De Advent: ook wij verwachten een Kind, waarvan wij straks met Kerstmis de geboorte vieren.. “Gij Bethlehem, Efrata, het kleinste onder Juda’s geslachten, uit u zal geboren worden Hij die over Israël moet heersen.” Wij kennen dit Kind al: Jezus Christus. Hij was meer dan zo maar een goed mens. Hij kwam van God en namens God. Hij zal heersen over Israël. Zit u ook op Hem te wachten?
Wacht u ook op de blijde boodschap van Godswege?
Moge de vreugde die ik voelde bij Inge, de huiskapster, moge de vreugde van dit Evangelie, de ontmoeting van Maria en Elizabeth, ons hart vervullen van vrede. Haal de vreugde en blijdschap uit je hart en geef jouw vreugde, jouw liefde aan je vrouw, je man, je kind, je vader en moeder, je medebroeder in de communiteit, want kersttijd is en tijd van zegen en vreugde voor elkaar.
Toen het kindje van Inge door mij gedoopt werd, huilde ze tranen van vreugde. Ook wij zouden eigenlijk tranen van vreugde moeten huilen om de geboorte van het Kerstkind.
Ik wil eindigen met de slotwoorden uit een adventspreek van de heilige Augustinus:
“Zijn moeder heeft Hem in haar schoot gedragen
laten wij hem in ons hart dragen.
Een maagd was zwanger door de menswording van Christus, laten onze harten zwanger zijn door het geloof in Christus.”
Eerste lezing: Micha 5,1-4a ; tweede lezing: Hebr. 10,5-10; evangelie: Lucas 1,39-45.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Judea. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet. Zodra Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; Elisabet werd vervuld met de heilige Geest en riep met luider stemme uit: ‘Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.’