Broeders en zusters, opnieuw was het de afgelopen week raak! Een terroristische aanslag in Barcelona en al het geweld op zovele andere plaatsen in de wereld. Gisterenavond gingen de naaste vrouwelijke familieleden van de daders van de aanslag in Barcelona de straat op met de boodschap: ‘niet in mijn naam’. Een tante van één van de daders sprak: ”Wat hebben we verkeerd gedaan? Zo hebben wij deze jongens niet opgevoed?” De journalist voegde er aan toe dat ze op een gewone katholieke school gezeten hadden. Wat is er mis gegaan in deze jonge levens?
Bernardus van Clairvaux leefde ook in een tijd met veel geweld. Zinloos geweld omdat heel veel van zijn leeftijdgenoten geen andere invulling aan hun leven konden geven dan met elkaar (uit verveling) te vechten. Meestal ging het om het spel, maar vaak leidde het geweld ook tot grote oorlogen. Wat gaat er mis? Het was ook die vraag die Bernardus bezig hield. In zijn tijd begon de mensheid de rede, het verstand, centraal te stellen. Er werden nieuwe scholen opgericht waar jonge mensen opgevoed werden om de rede goed te gebruiken: met de rede kan je alles grijpen, zelfs God. In de nieuwe bouwstijl, de gotiek, probeerde men via de rede iets van het goddelijke in gebouwen te grijpen. Voor Bernardus lag echter de oplossing niet in de rede en niet in het zelf grijpen.
Hij trad in het klooster omdat hij gegrepen werd door een God die hem onvoorwaardelijk lief had. Deze liefde zette hem aan om zelf lief te hebben. Hiervoor werd het cisterciënzer klooster voor hem een school van liefde. Dat was zijn antwoord op het blind vertrouwen van de mens op de rede. Bernardus had nood aan een plek waar hij zich zijn hele leven lang kon oefenen in het bemind worden en beminnen. Dat had de mensheid nodig!
Is die school van liefde ook niet datgene wat wij vandaag de dag nodig hebben? Als ik droom over de toekomst, van zowel de kerk als de maatschappij, dan “is dat de toekomst waar ik naar verlang en waaraan ik gepassioneerd ben toegewijd. Ik ben niet geïnteresseerd in de denominatie, de muzikale stijl of de liturgische smaak van kerkgemeenschappen. Het maakt me niet uit of ze wekelijks in een kathedraal, maandelijks in een bar, jaarlijks in een retraitecentrum of dagelijks online samenkomen. Het maakt me niet uit of ze groot of klein zijn, formeel of alledaags, hip of niet-hip. Het maakt me niet uit of de stijl van de eredienst traditioneel of eigentijds of wat dan ook is. Wat mij uitmaakt is dit: of ze de mensen leren een leven van liefde te leiden, vanuit het hart, voor God, voor alle mensen (geen uitzonderingen), en voor heel de schepping.” (Brian McLaren)
Bernardus gaf het klooster, de school van de liefde, een leerplan rond de liefde dat volgens mij nog steeds van grote actuele waarde is.
We moeten starten met liefde voor de naaste. Wellicht vreemd want is de liefde voor God niet het eerste gebod? Toch is de Schrift duidelijk: ‘De hele wet is vervuld in één uitspraak: heb je naaste lief als jezelf.’ We moeten beginnen met degene die het dichts bij ons staan, onze medebroeders, onze partner, onze kinderen, onze ouders, vrienden, buren, vreemdelingen, onbekenden en zelfs onze vijanden. Hen allen, zonder uitzondering, moeten we leren liefhebben. Laat ons eerlijk zijn dat we daar toch een school, een oefenplaats voor nodig hebben!
Op de tweede plaats komt de liefde voor onszelf. Want wat gaan veel mensen gebukt onder zelfhaat, zelfverwerping en zelfverachting. Maar aan de andere kant zijn er zovelen die zichzelf ten koste van anderen lief hebben. We hebben zo nood aan een oefenplek voor zelfinzicht, zelfreflectie en zelfaanvaarding.
Op de derde plaats komt liefde voor de aarde, voor de schepping. Bernardus zegt het zo mooi: ik heb meer van de bomen in het bos geleerd dan van de boeken.
Als je zo de naaste, jezelf en de schepping liefhebt, zal er ook de liefde voor God zijn. Nu niet meer God als een doctrine of ene theorie los van alles wat en allen die we hebben leren liefhebben. Het gaat nu om de liefde voor de God die we ontmoet en ervaren hebben in de werkelijkheid van het leven.
Bernardus bouwde rondom deze elementen zijn school van liefde. Hiermee heeft hij aan ons allen nog zoveel te zeggen. Hoe kon het zo mis gaan? Misschien laat Bernardus vandaag wel zien dat we niet meer leren liefhebben. Alleen door de liefde kan ons leven weer zout worden en weer een licht zijn. Een opdracht voor ieder van ons, voor onze gemeenschap, voor de kerk: een school van liefde te zijn!
1e lezing: Wijsheid 7,7-10.15-16; 2e lezing: Filippenzen 3,17-4,1; evangelie: Matteüs 5,13-19
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout krachteloos wordt, waar moet je het dan mee zouten? Het deugt alleen nog maar om weggegooid en door de mensen vertrapt te worden. Jullie zijn het licht van de wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt. Je steekt een lamp niet aan om haar onder de korenmaat te zetten, maar je zet haar op de kandelaar, en dan schijnt ze voor allen in huis. Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede werken zien en jullie Vader in de hemel verheerlijken. Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten op te heffen. Ik ben niet gekomen om ze op te heffen, maar om ze te vervullen. Want Ik verzeker jullie; eer hemel en aarde vergaan, zal er niet één punt of komma van de wet afgaan voor het allemaal gebeurd zal zijn. Wie één van die geringste geboden ontkracht en dat de mensen leert, zal de geringste genoemd worden in het koninkrijk der hemelen. Maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot genoemd worden in het koninkrijk der hemelen.