Broeders en zusters, u hebt thuis vast wel ergens een gereedschapskist staan waarmee u allerlei grote en kleine karweitjes in huis kunt opknappen. In het klooster hebben we zelfs een heuse werkplaats met netjes aan de wand en in de kasten allerlei werktuigen, grote en kleine, gevaarlijke en niet zo gevaarlijke. We hebben werktuigen in allerlei soorten en maten.
De eerste lezing uit het boek Leviticus geeft ons vandaag ook een opsomming van allerlei werktuigen om een goed leven te leiden. Met een goed leven bedoel ik niet zozeer een moreel goed leven, maar leven in zijn volheid. Echt leven! Leven zoals God dat bedoeld heeft voor ons mensen. Jezus heeft gezegd: “Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. Ik ben de goede herder” (Johannes 10:10-11). Ik ben gekomen om… Jezus verwoordt hier dus niets minder dan zijn missie. ‘Dit is mijn missie, met dit doel ben ik op aarde gekomen: om jullie het leven te geven in al zijn volheid. Overvloedig leven. Léven!’ (Jos Douma)
Maar hoe doe je dat: leven!? Natuurlijk is dit leven allereerst een gave van God, maar wij moeten ook wat doen. De lezing uit Leviticus geeft ons enkele werktuigen om daar aan te werken: - wees niet haatdragend tegen uw broeder; - wijs elkaar terecht; - neem geen wraak op een volksgenoot en koester geen wrok tegen hem en - bemin uw naaste als uzelf. Vijf werktuigen die Jezus samenvat in: bemin uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen. Dit zijn niet zo maar werktuigen. Er zitten allerlei stickers op die ons vertellen: VOORZICHTIG! Als je deze instrumenten gebruikt dan moet je eerst goed de handleiding lezen om te weten hoe dit werktuig in elkaar zit en hoe het goed te gebruiken want anders gebeuren er ongelukken.
In de handleiding bij dit werktuig van ‘bemin je vijand’ staan voorbeelden van mensen die inderdaad dit werktuig in hun leven gebruikt hebben. Allereerst is daar Jezus zelf die voor zijn vijanden wist te bidden en hen zelfs vergeving wist te schenken. Er is daar ook een Stefanus, die in navolging van Jezus voor zijn vijanden wist te bidden en de stenen die zij op hem wierpen niet teruggooide. Maar denken we ook aan recentere voorbeelden als Mahatma Gandhi, Christian de Chergé, de 21 koptische martelaren. Zo zijn er zoveel mensen die dit ogenschijnlijk onmogelijke en moeilijke werktuig gehanteerd hebben in hun leven en daarmee God in hun eigen leven en in het leven van anderen zichtbaar gemaakt hebben. Daar gaat het immer som. Door je vijanden te beminnen laat je zien wie God is!
En wij? Kunnen wij dit werktuig hanteren? Ik denk van wel. Heel voorzichtig en vooral in kleine klusjes. Bemin je vijanden betekent heel concreet geen wraak nemen, zelfs niet koesteren tegenover iemand die jou dwarszit. We doen dat zo gemakkelijk en vaak heel subtiel. Iemand zit mij dwars en onmiddellijk bedenk ik hoe ik de ander terug kan pakken. Jezus leert ons met zijn werktuig dat niet te doen. Het werktuig van oog om oog, tand om tand is een vernietigingswapen. Jezus gebruikt zijn werktuigen niet om te vernielen, maar om op te bouwen. Een goede relatie bouwen we enkel op wanneer we erin slagen om onze wrok te laten varen.
Is dat onmogelijk? Nee, het vraagt oefening en nogmaals al zovele christenen voor ons hebben ons laten zien dat het mogelijk is. We mogen dan nog niet volmaakte gebruikers zijn van dit instrument van bemin je vijanden maar oefening baart kunst! Schrikt dat werktuig je af? Geen nood! Bidt voor wie u vervolgen! Jezus leert je ook om voor degene die je dwarszitten te bidden want dat is al een begin van het hanteren van het instrument van bemin je vijanden.
1e lezing: Leviticus 19,1-2,17-18; 2e lezing: 1Kor. 3,16-23; evangelie: Matteüs 5,38-48
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Jij hebt gehoord dat er gezegd is: Oog om oog, tand om tand. Maar ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht, doch als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe. En als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleed afnemen, laat hem dan ook het bovenkleed. En als iemand u vordert een mijl met hem te gaan, ga er dan twee met hem. Geef aan wie u vraagt, en wend u niet af als iemand van u lenen wil. Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Gij zult uw naaste beminnen en uw vijand haten. Maar ik zeg u: Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als gij bemint die u beminnen, wat voor recht op loon hebt gij dan? Doen de tollenaars niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook niet? Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.