Broeders, het bezoek van Maria aan Elisabeth staat op deze laatste zondag vóór Kerstmis centraal. Maria springt als de gazel uit het Hooglied over de toppen van de bergen. Voor St. Bernardus zijn deze bergtoppen, de grote figuren – de mannen en vrouwen – uit het Oude Verbond waarover de Komende Heer naar ons toe komt springen. Die lange lijst van 3 x 14 geslachten, met die opmerkelijk vrouwen als: Tamar, Ruth, de vrouw van Uria (Matt. 1).
Maria haast zich over door het bergland van Juda. Op het eerste gezicht lijkt Maria de hoofdpersoon te zijn, maar uiteindelijk is het geheim dat zij met zich meedraagt de hoofdpersoon. Maria is – net als wij allen – drager van een geheim. Een geheim dat haar was aangezegd door de engel bij de Boodschap. Het is niet zomaar een geheim, maar een levend geheim, een levende Blijde Boodschap. De Heer is met u! Ook wij zijn dragers van die levende Blijde Boodschap. De Heer is met ieder van ons!
Maria ontving dit geheim van een engel. (Van wie hebben wij dit geheim van Gods inwoning ontvangen?) Het is haar geheim en het is ook Gods geheim. Samen delen wij een geheim! Zich voortsnellend door het bergland zal ze zich afgevraagd hebben: ‘Hoe zal dat geschieden? Hoe zal ik het geheim dat in mij leeft, vertellen?’ Zal ze überhaupt iets tegen Elizabeth zeggen? Kan ze het zeggen? Hoe kan ze het zeggen? Hoe moet ik het aanpakken? Moet het verborgen blijven?
Is dat, broeders, niet onze situatie in een samenleving die het zonder God schijnt te stellen. Een samenleving die geen geheimen lijkt te kennen of op zijn minst lijkt te accepteren. Een samenleving waarin er geen haat is ten opzichte van God, maar eerder een grote onverschilligheid. Men haalt er zijn schouders voor op. Ach, als jij daarin wilt geloven … ga je gang … als je mij maar niet lastig valt. Hoe zal ik, hoe zul jij het Geheim dat in je leeft vertellen in zo’n samenleving? Moet je het wel vertellen? Maar zelfs in een kloostergemeenschap. Zijn wij er van overtuigd dat wij dragers van een geheim zijn? Durven wij elkaar te vertellen over dat geheim van God met ons? En toch, ondanks alle vragen stroomt alles in Maria over, maar ze weet het niet.
Gods geheim wordt nog groter en indrukwekkender als Maria hoort dat ook Elisabeth een geheim in zich draagt. Een geheim dat net zo levend is als dat wat in haar groeit en leeft. Een geheim dat net zo onvoorstelbaar is: een oude vrouw die zwanger is. Even ongehoord als een jonge vrouw zonder man die zwanger is. Wat is het verband tussen deze twee?
Als Maria symbool kan staan voor ons, dragers van een geheim, dan kan Elisabeth symbool staan voor de ander, de andersgelovige in onze samenleving. Als we het verhaal van de visitatie zo lezen, dan kan het inderdaad een blijde boodschap zijn voor ons allen in deze tijd van extreme polarisatie. Iedereen is dan drager van een geheim, ongeacht zijn standpunt. Men loopt niet van elkaar weg, maar men haast zich naar elkaar toe. Men probeert de ander niet te overtuigen, maar men haast zich om elkaar te dienen. Dit is een ander samenleven dan in polarisatie of relativisme.
Moet dan de andersgelovige als eerste naar mij toe komen? Nee, ‘toen ik uw groet hoorde, sprong het kind in mij op van vreugde’. Maria, de gelovige bij uitstek, groet als eerste. Haar groet is niet anders dan: de Heer is met u of wel vrede aan dit huis. Met haar groet erkent zij het levende geheim in Elisabeth. Zo ontstaat er op het diepe niveau een echte ontmoeting en daardoor vrede.
Maria snelt over het bergland van Juda naar haar nicht Elisabeth. Zij is de draagster van een geheim dat in de eerste lezing een man van vrede genoemd wordt. Dat zal de naam worden van het kind dat in het kleine gehucht Bethlehem geboren gaat worden.
Broeders, het verhaal van de visitatie laat ons zien hoe wij als gelovige mensen in deze moeilijke, donkere tijden van polarisatie maar ook gewoon in ons dag dagelijkse leven boodschappers van vrede kunnen zijn. laten wij met Maria en Elisabeth het geheim in de ander erkennen.
1e lezing: Micha 5, 1-4a; 2e lezing: Hebr. 10, 5-10; evangelie: Lucas 1, 39-45
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Judea. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; Elisabeth werd vervuld met de heilige Geest en riep met luider stem uit: ‘Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.’