‘Kies voor Allah of de dollar.’ Met een soortgelijke oproep spoort de Turkse president zijn landgenoten aan om dollars, euro’s en goud voor lira’s in te wisselen. Nu dit land - vanwege een economische oorlog met Amerika - in een valutacrisis is geraakt, en alles wat ingevoerd wordt daardoor duurder wordt, geeft Erdogan het Turkse volk te kennen dat ‘wij voor niemand buigen’. “Zij hebben dollars, wij hebben Allah.”
‘Kies voor Allah of de dollar.’ Achter deze aansporing schuilt in feite een uitnodiging om tussen twee levensbeschouwingen te kiezen: kies je voor de leefwijze van de Islam, zoals ‘ie officieel in Turkije wordt uitgelegd, of voor de handel en wandel van het Westen en de Verenigde Staten? Kies je voor God, of voor het geld?
“Laat uw onnozelheid varen”, lijkt de 1e lezing hierop te willen antwoorden, “en u zult leven, bewandel de weg der wijsheid.” Het boek der Spreuken, waaruit de 1e lezing is genomen, is een bundeling wijsheidsspreuken, die aan koning Salomo werden toegeschreven. Zij deden veelal dienst als lesmateriaal van de wijze en zijn leerlingen, en als reservoir waaruit koninklijke raadgevers hun raad konden putten. Zij getuigen van een levenswijsheid, welke ontsproten is aan gemeenschappelijke ervaringen, alsmede persoonlijke meditatie en inzicht.
Dit zien we ook terug in de 1e lezing. Met een ‘portaal’ van negen hoofdstukken wordt het boek Spreuken geopend. Een ‘portaal’, dat toegang geeft tot de 1e bundeling van koning Salomo’s wijsheden. Daar binnengaan of niet, dat is de keuze waarvoor men hier in hoofdstuk 9 gesteld wordt. Dit gebeurt via een tweeluik. Kies je voor Vrouwe Dwaasheid, of voor Vrouwe Wijsheid? Vrouwe Dwaasheid lokt voorbijgangers, onervaren, naar binnen met haar verleidelijke eten en drinken. Zij verleidt de mens om het verbond, dat God met zijn volk is aangegaan, te verbreken. Derhalve voeren haar paden naar de dood, en is haar huis een schimmenrijk der doden.
Tegenover de Dwaasheid staat die andere Vrouwe, de Wijsheid. Zij stelt - zoals we in de 1e lezing zagen - de argeloze en onervaren passanten voor een andere keus. Zij nodigt hen uit haar huis binnen te treden en te genieten van haar gastmaal van brood en wijn, dat wil zeggen: in te gaan op haar wijsheidslessen. Een ervaring die je de rijen der onnozelen doet verlaten, het onverstand opheft, en tot echt inzicht leidt. Deze wijze vrouw, die de geboden Gods representeert, wijst de passanten een weg ten leven. De levenshouding waartoe het boek Spreuken ons hier oproept is geen andere dan waartoe ook Mozes en de profeten ons aansporen: eerbied voor God en elkaar, afkeer van afgodendienst, en de verwerpelijkheid van moord, diefstal en valse getuigenis. Een keuze tussen twee levenshoudingen. Kies je voor God, of voor het geld? Voor de dood, of het leven?
“Als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt,” aldus Jezus tot de menigte, “hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven.”
Het gesprek van Jezus met zijn Joodse gesprekspartners, dat in de liturgie nu al een paar weken gaande is, wordt vandaag voortgezet. Ook nu wordt er over brood gesproken. Het manna, dat de Israëlieten in de woestijn kregen, bracht hun geen bevrijding van de macht van de dood. Maar Hij die uit de hemel is neergedaald, en het ware brood is, doet dat wel. Brood staat hier voor heel Jezus’ openbarend optreden, en op het aanbod van eeuwig leven dat hierin besloten ligt. Derhalve is ‘eten’ dan ook een metafoor voor geloven: voor het gelovig aanvaarden dat Jezus de hemelse Gezondene is, het “brood dat uit de hemel is neergedaald.” Het brood dat Jezus zal geven is zijn vlees, gegeven ten bate van het leven der wereld. Sterker nog: eet van mijn vlees en je leeft in eeuwigheid, nu en over de dood heen. Een hard woord. Jezus’ gehoor knapt erop af, zeker als er ook nog het drinken van zijn bloed bij komt. In Joodse oren een gruwel, omdat het bloed - als drager van het leven - heilig was. Maar Jezus verscherpt in deze de ergernis nog door met nadruk op de noodzaak ervan te wijzen: “als gij het vlees van Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u.”
Voor wie of wat kies je? Kies je voor God, of voor het geld? Een moeilijke vraag, zeker ook omdat we vandaag de dag geld nodig hebben. In de huidige samenleving kunnen we niet zonder geld, roerende en onroerende goederen. Maar laten wij deze zaken ook ons leven beheersen? Bepalen zij ook ons bestaan? Zo, dat wij er niet zonder kunnen? Wie of wat geeft zin aan mijn dagelijks leven? Wie of wat is de bron van mijn bestaan? Kies ik voor God, of voor het geld? De lezingen van vandaag proberen op deze vragen een antwoord te geven. In de 1e lezing nodigt Vrouwe Wijsheid de passanten uit om haar huis binnen te treden en te genieten van haar gastmaal van brood en wijn. Dat wil zeggen: door in te gaan op haar wijsheidslessen, die een weg ten leven zijn. In het evangelie worden wij uitgenodigd om te geloven in Jezus die, uit de hemel is neergedaald, ons bevrijd heeft van de macht van de dood. Kiezen wij voor het leven, of de dood? Een uitnodiging. Je kunt hem aanvaarden, of niet. Niet alleen in Turkije of Amerika, maar ook hier in Nederland. Kies je voor God, of voor het geld? Een moeilijke keuze? Amen.
1e lezing: Spreuken 9,1-6; 2e lezing: Efeziërs 5,15-20; evangelie: Johannes 6,51-58
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot de menigte: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld.’ De Joden geraakten daarover met elkaar in twist en zeiden: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?’ Jezus sprak daarop tot hen: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen, die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn: wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.’