‘Een soort podcast dus.’ Aan het woord is Harcourt Klinefelter, de perschef van Martin Luther King. Twee jaar lang reisde hij in de jaren ’60 van de vorige eeuw met ‘Dr. King’, en maakte hij geluidsopnames van diens preken en toespraken. Door de speeches van Martin Luther King op te nemen en in hapklare brokken op te delen, werden zij geschikt voor een groot publiek. ‘Een soort podcast dus,’ vertelt Klinefelter met een lach. ‘Die preken werden op langspeelplaat gezet of verkocht aan radiostations.’ Het doel was om mensen op de hoogte te brengen over de situatie van ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de samenleving.
“Hoort toe, gij die de armen verdrukt en de misdeelden in het land verdelgt”, aldus Amos in de eerste lezing, “gij die redeneert: wanneer is de nieuwe maan voorbij? Dan kunnen we ons koren verkopen! Dan verkleinen wij de korenmaat, dan verhogen wij de prijs en bedriegen wij met een vervalste weegschaal.”
Amos is een boer uit het Zuidrijk Juda, en treedt op als profeet in het Noordrijk Israël. Hij doet dit tijdens de laatste grote bloeiperiode van Israël, de regering van koning Jerobeam II, die in de 8e eeuw v.Chr. leeft. Na militaire overwinningen op het Aramese buurvolk, stroomt de oorlogsbuit naar Samaria toe. Maar het zijn vooral de rijken die hiervan profiteren, zoals de handelaren. Zij maken de korenmaat kleiner, misschien door er een dubbele bodem in aan te brengen, om meer geld voor minder koren te beuren. De gewichtssteen maken zij zwaarder om de prijs te verhogen. Ook de weegschaal verbuigen zij zo dat zij een vervalst gewicht aangeeft.
Wat er dan volgt, bewijst dat de kooplieden ook mensen als koopwaar beschouwen. Klanten die afgezet zijn met een vervalste korenmaat, gewichtssteen en weegschaal, kunnen de prijzen niet meer betalen, en vervallen zo tot slavernij aan de kooplieden. Voor het oog kopen de armen graan bij een handelaar in de stad. In feite koopt de handelaar zijn klanten! De arme man moet wel schulden maken, zodat er voor hem geen andere weg meer openstaat dan zich als slaaf aan zijn schuldeiser te verkopen. Tegen dit soort rijken, tegen deze handelaren, gaat Amos namens God tekeer. Is ook hier het doel om mensen op de hoogte te brengen van deze ongelijkheid en onrechtvaardigheid? Een soort podcast dus?
“Wie onrechtvaardig is in het kleinste”, aldus Jezus in het evangelie, “is ook onrechtvaardig in het grote. Zijt ge dus niet betrouwbaar geweest met betrekking tot de onrechtvaardige mammon, wie zal u dan het waarachtige goed toevertrouwen?”
Er dreigt ontslag voor de rentmeester. Door klachten over verkwisting raakt de rentmeester in de problemen. In het midden blijft of de klachten terecht zijn of niet. In ieder geval is duidelijk dat de bestaanszekerheid van de rentmeester onder druk is komen te staan. Maar in het vervolg van het verhaal gaat niet de rentmeester zelf in zijn bestaanszekerheid voorzien, maar de pachters van de heer. Door namelijk de contracten in hun hun voordeel te laten wijzigen, verplicht hij de pachters aan zich. Wanneer hij niet meer in zijn levensonderhoud kan voorzien, dan moeten zij hem wel bij zich opnemen.
Aan het begin van het verhaal is de maatschappelijke positie van de rentmeester nog tussen de heer en de pachters. De pachters zijn, vanwege hun schulden, van hem en de heer afhankelijk. Door hen wordt de rentmeester dan ook gezien als behorend bij de heer. Voor zijn positie en levensonderhoud is de rentmeester van de heer afhankelijk. Aan hem moet hij ook rekenschap afleggen over zijn beleid. In de loop van het verhaal verandert zijn positie. Doordat hij de contracten laat veranderen, handelt hij niet langer meer in het belang van zijn heer, maar in het voordeel van de pachters. Door hen aan zich te verplichten, is hij in de toekomst van de pachters, en niet van zijn heer, voor onderdak en levensonderhoud afhankelijk. Moet aan het begin van het verhaal de rentmeester nog gerekend worden als behorend bij de heer. Gaandeweg handelt hij in het belang van de pachters, en moet hij gezien worden als behorend bij hen.
“Zo zeg Ik u ook”, aldus Jezus tot zijn leerlingen. “Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat zij - wanneer die u komt te ontvallen - u in de eeuwige tenten opnemen.” Met deze woorden worden de leerlingen aangespoord mensen aan zich te verplichten die hun de toekomstige heilszekerheid kunnen verschaffen. Want net zoals de rentmeester van positie verandert, zo moeten ook de leerlingen van positie veranderen door zich vrienden te maken. Oftewel: met mensen omgaan met wie wij eerder niet omgingen. Mensen dus die niet tot onze eigen groep behoren. Mensen die andere opvattingen hebben. Mensen die wij niet of minder sympathiek vinden. Daarnaast duidt deze oproep van Jezus ook aan: ga op een andere manier om met geld en bezit. De tollenaar Zacheüs mag hiervan een duidelijk voorbeeld zijn. Hij vergoedde het afgeperste geld in viervoud, en gaf de helft van zijn bezit aan de armen.
Geen geringe opdracht dus. Noch voor de leerlingen toen, noch voor ons vandaag de dag. Maar wanneer wij dit - met vallen en opstaan - in praktijk proberen te brengen, brengen wij dan niet - zoals Martin Luther King - met onze woorden en daden, onze doen en laten niet de mensen op de hoogte over ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de samenleving? Wordt dan ons leven niet een soort podcast? Amen.
1e lezing: Amos 8, 4-7; 2e lezing: 1Tim. 2, 1-8: evangelie: Lucas 16, 1-13
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijk man die een rentmeester had, die bij hem werd aangeklaagd, dat hij zijn bezit verkwistte. Hij riep hem dus en vroeg: Wat hoor ik daar van u? Geef rekenschap van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf: Wat zal ik doen, nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt? Spitten kan ik niet, en te bedelen daarvoor schaam ik mij. Ik weet al wat ik ga doen, opdat zij mij na mijn ontslag als rentmeester in hun huis opnemen. Hij ontbood de schuldenaars van zijn heer, een voor een, en zei tot de eerste: Hoeveel zijt ge aan mijn meester schuldig? Deze antwoordde: Honderd vaten olie. Maar hij zei: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; ga gauw zitten en schrijf: vijftig. Daarop vroeg hij nog aan een tweede: En hoeveel zijt gij schuldig? Deze antwoordde: Honderd maten tarwe. Hij zei hem: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; schrijf: tachtig. De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester dat hij met overleg had gehandeld, want de kinderen van deze wereld handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht. Zo zeg Ik u ook: Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat, wanneer die u komt te ontvallen, zij u in de eeuwige tenten opnemen. Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grote; en wie onrechtvaardig is in het kleinste, is ook onrechtvaardig in het grote. Zijt ge dus niet betrouwbaar geweest in de onrechtvaardige mammon, wie zal u dan het waarachtige goed toevertrouwen? Als ge niet betrouwbaar zijt geweest in het beheren van andermans goed, wie zal u dan geven wat gij het uwe kunt noemen? Geen knecht kan twee heren dienen, want hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.’