Broeders en zusters, is het nu feit of fictie? Het Lucasevangelie geeft een sober bericht van Jezus’ Hemelvaart: ‘Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië en Hij hief de handen omhoog en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde. En zij keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap, en zij waren voortdurend in de tempel, lovende God’.
Volgens Marcus had een jongeman de discipelen eerder gezegd, dat ze Jezus ná zijn dood en opstanding weer zouden zien en Hij hen zou voorgaan naar Galilea. Het evangelie van vanmorgen maakt geen gewag van een Hemelvaart. Het is een duidelijke zendingsopdracht, die Jezus meegeeft en Hij zegent, maar een enkele reis naar de hemel valt er niet in te herkennen. Dat de wegen zich lijken te scheiden, lijkt het geval. Maar we zullen zien dat het ook niet klopt. Wat overeenkomt is, dat de apostelen een boost krijgen en aan de slag moeten om de blijde boodschap te gaan verkondigingen, een zending over de hele wereld.
We zullen het uit de Handelingen der apostelen moeten hebben. Daar wordt een legendarisch verhaal neergezet. Het is begrijpelijk, dat het niet op deze manier in de Evangeliën is beschreven. De evangeliën laten ons veel meer zien, zoals dat Jezus zijn apostelen voorbereidt om de zending in de wereld op zich te nemen. Hij gebruikt daarom ook bemoedigende teksten. Het verhaal uit Handelingen - waarmee we vertrouwd zijn - is een heel ander genre. Het lijkt een sprookje zoals de gedaanteverandering op de berg Thabor dat ook was. Het heeft ook een overeenkomsten. In beide verhalen willen de aanwezigen Jezus eigenlijk niet loslaten. Een evangelische wolk bestaat dus niet, wel een Nieuwtestamentische wolk. Maar het verhaal van de wolk is geen sprookje. Het laat ons de lijnen zien, die door de Bijbel heen lopen. Het verhaal voor Pasen begint na eindeloos soebatten met de doortrek door de woestijn en God die zijn volk voorop ging in een wolkkolom en in de nacht in een vuurzuil. En nu eindigt het Handelingen ook weer met een wolkkolom. Het is als de grote lijn in het grafisch werk van Escher om vervolgens alle kanten op te gaan, niet wetende waar deze weer bij elkaar komt. Is dit dan de slotscene? De evangelies spreken er niet over, omdat Jezus daar vooral zijn blijde boodschap verkondigt en aanzet om die te verkondigen en om daarmee de mensen te bemoedigen. Het Bijbelboek Handelingen vertelt de verhalen eromheen. Een soort Midrasj, waar ook het Oude Testament van volstaat en vooral is bedoeld om het voor de mensen inzichtelijk te maken.
Het is een van de vele momenten, dat het Oude en het Nieuwe Testament tegen elkaar aanliggen. De wolk op zich speelt een hele grote rol in de periode dat het volk door de woestijn trok op weg naar het beloofde land. Het was het begin van een eindeloos durende periode van intens verlangen naar verlossing. maar het zicht erop was niet duidelijk. God kon men niet zien. Zijn aanwezigheid kon men wel ervaren. Dat het verhaal afsluit met een wolk laat zich begrijpen in dat licht: figuurlijk en letterlijk, want in de nacht was die wolk een vuurkolom in die duistere woestijn. Het geeft ons de eeuwigheidswaarde aan. Maar te zien krijgen we Hem niet. Jezus spreekt enkele sobere afscheidswoorden, maar gaat niet weg. De wolk lost op, maar Jezus niet. Het is het einde van een periode en nu zouden we het zelf moeten kunnen: de wereld in, een voortleven van wat Hij ons heeft voorgedaan en geleerd. Dat is geen taak van de priester of dominee. Wij zijn een Gods- en een priesterlijk volk. Daar hoef je geen theologie voor te studeren. Je moet het doen door zelf een goed mens te zijn, die geïnspireerd is door Jezus’ woorden en handelen.
Het bericht over Jezus’ Hemelvaart in Handelingen 1: 9-10 is een legendarisch verhaal. Of het een feit is of fictie, is niet van belang. Het helpt ons om inzichtelijk te maken hoe het zou hebben kunnen gaan en het leidt ons naar de waarheid: en nu op eigen benen staan, maar Ik laat jullie niet los; de Geest der Waarheid komt eraan.
Hij werd opgenomen, terwijl zij het zagen en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.’ Het is de wolk die de weg wijst, die de band legt met de Thora, de psalmen en de profeten. Oud en Nieuw worden aan elkaar geknoopt. Maar zo verrassend is het ook weer niet. Wij kennen het verhaal van de gedaanteverandering op de Thabor. Dat heeft het Hemelvaartsverhaal uit het Bijbelboek Handelingen gemeen met het verhaal van de verheerlijking op de berg. De transfiguratie wordt bewaarheid in de Paastijd, en de wolk - die Jezus toen buitensloot - sluit Hem nu in. Het is dezelfde wolk die Mozes veertig dagen aan het gezicht onttrok, toen God hem de Thora gaf op de Sinaï. Nu, veertig dagen na Pasen, is Psalm 97: 2 van toepassing: ‘Rondom Hem zijn wolken en donkerheid’. Jezus’ intrede in de wolk betekent dus ook zijn aantreden ‘ter rechterhand van God de Vader’. De wolk is de ringmuur van Gods residentie. Doordat de ringmuur uit een wolk bestaat, is het doorlaatbaar, zijn diegenen die erachter wonen bereikbaar en kunnen de mensen - die de moed hebben - er deel vanuit gaan maken in hun geloof en handelen
Elia, ook aanwezig bij de verheerlijking op de berg, is ten hemel gevaren met ‘een vurige wagen en vurige paarden’ en ‘in een storm’. Elia’s hemelvaart is eclatanter; bij hem valt meer de vlam van het weerlicht op dan de schaduw van de wolk. Mozes was ook bij God op de Sinaï, maar kon het licht nog niet verdragen. Bij Jezus’ Hemelvaart wordt het hemelvuur opgespaard tot het - tien dagen later - als een gekanaliseerde Apocalyps, een ingetoomde voleinding, op de hoofden van de Messiaanse mensen komt dansen. En nu komt het van boven naar beneden. Het contact tussen hemel en aarde staat weer helemaal open.
1e lezing: Hand. 1, 1-11; 2e lezing: Efeziërs 1, 17-23; evangelie: Matteüs 28, 16-20
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd begaven de elf leerlingen begaven zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot hen: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.’