Broeders en zusters, door het evangelie heen hebben we met lastige dames te maken. Of eigenlijk loopt het net iets anders. In de loop van het Lucasevangelie irriteert de ene zich aan de ander en daarmee zijn het nog geen lastige dames, maar maken zij het ons lastig. Met wie kunnen we ons identificeren?
Een groot deel van de mensheid en, zoals we hier zitten misschien ook wel een groot deel van ons, zal zich herkennen in Martha. Dat is maar goed ook. De wereld in onze dagen staat bol van geweld, dreiging, zorg en leed. Nooit is er zo’n groot appel gedaan op ons om mede zorg te dragen voor de mens op zoek naar veiligheid. Vele Martha' s, zowel vrouwen als mannen, zetten zich vrijwillig en dienstbaar in. Dat vraagt om doen. Met praten maak je de kou niet minder, met een deken wel. Praatjes vullen geen gaatjes, een bord warm eten doet dat wel. Dat vraagt mensenhanden. Er moet eerste opvang worden geregeld. Tenten moeten worden opgezet en veldbedden in elkaar geschroefd. Ook woordeloze troost is zo nodig. Er allen maar zitten, naast die ander, niet alleen laten.
Broeders en zusters, we hebben niet door hoe helend het kan zijn. Velen staan klaar. Ik zag een kort fragment van een dove Martha die met haar man heerlijk had gekookt. Zij nodigden een dove Syrische jongeman en zijn vader uit. Hij had de avond van zijn leven. Zij struikelden over de gebarentaal die zij gebruikten, zoveel hadden ze te delen. De Syrische vader zat er met een milde blik een beetje voor spek en bonen bij en zei: “ik ben alles kwijt, maar mijn zoon heb ik echt leren kennen, wij zijn vrienden geworden”.
Ik denk dat we ook Martha willen zijn, omdat we de waardering voor wat we doen zo hard nodig hebben. Eigenlijk willen we er iets voor terugkrijgen. Dat moeten we niet willen labelen met goed of fout. Waardering voedt ons met kracht om verder te gaan. Dus laten de Martha's elkaar waarderen en niet gaan wedijveren. Tegelijk horen Martha’s ook veel steunen en zuchten: “ik moet ook alles doen”. Ik denk dat het ook herkenbaar is. Wij klagen wat af als we ons overvraagd voelen of gebukt gaan onder een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Een wereld van alleen maar Martha's is het ook niet. We zouden er dol van worden. U kent ze wel. U hebt uw bord nog niet leeg of het is al afgeruimd. Marthaanse zorg kan verstikkend werken omdat soms de autonomie van de ander vervaagt. Er wordt over de eigenheid gewalst.
Dan komen we bij Maria. We kennen vast Maria's in onze omgeving. Zijn we het misschien zelf? Ze weten goed het moet maar laten de uitvoering aan de ander, de Martha's, over. Dat wordt niet gezegd van onze Maria. Zij zit aan de voeten van Jezus ademloos te luisteren. Elk woord neemt zij gulzig tot zich. Jezus is haar idool geworden. Bij mij roept het iets op van dweperig, een groupie, het meisje van de band die stad en land afreist om ademloos haar geliefde band te beluisteren. Dat zou mooi kunnen zijn: trouw aan Jezus woord en handelen. Wij voortdurend volgend en luisterend naar onze grote voorbeeld Jezus.
Mensen als u en ik zouden na een uur toch gaan filteren. Wil ik me of durf ik me volledig over te geven aan Jezus. Maria schijnt het te kunnen. Zij schouwt Jezus’ woorden en bewaart ze in haar hart gelijk de moeder van Jezus doet. Met haar gedrag weet zij haar zus flink te irriteren. Wij zullen dat ook herkennen. Iemand die zich verliest in het woord van de ander en alles en iedereen vergeet. ‘Kun je een handje helpen’ wordt niet gehoord. Martha heeft wel een punt. Niet zozeer door haar vele werk waar ze alleen voor staat. Maar veel meer omdat zij ook die intense behoefte voelt om door Jezus woorden te worden gelaafd. Haar plichtsgevoel staat haar in de weg. Daardoor kan Jezus niet tot haar komen. Maria lukt het wel.
Jezus verkiest het een niet voor de ander. Maria komt niet op de eerste plaats voor Martha. Door elkaar te naderen en te delen, het werk en het schouwen van Jezus, komen we tot een goed evenwicht. Jezus' weg volgen vraagt om uitleg. Het woord dat Jezus ons zegt, vraagt om schouwen, om contemplatie. Maar dan wordt de weg volgen ook actief. De zorg voor de naakten, de thuislozen, de ontheemden, de troostelozen, de weduwe en wees. Monniken en monialen zijn er wat meer mee bezig. Het zegt niet dat we allen Maria's zijn. Ook een monastieke communiteit heeft Martha's nodig.
Als we de dames, die het ons lastig maken omdat wij dan vaak vinden dat we moeten kiezen voor de een of de ander, omdat we ons de een of de ander voelen, loslaten. Als we nu eens proberen aan te voelen wat Jezus van ons verlangt dan zullen we eerst moeten luisteren en op de woorden moeten kauwen zodat tot ons doordringt wat de diepste betekenis is. Dat hebben we allemaal nodig, misschien nu wel meer dan 2000 jaar geleden. We zouden ons de vraag kunnen stellen, wat zijn de signalen die ik opvang en wat betekenen ze voor mij leven. De zondagse lezing nog eens terug halen en schouwen, beschouwen, contempleren. Wat betekent het in mijn leven. Hoe zet ik Jezus woorden om in de omgang met de ander, want die weg stuurt Jezus ons op; de weg van de ontmoeting en gemeenschap vormen. Contemplatie en actie vormen de spanningsboog van ons gelovig leven, die als we het goed doen, geven en nemen, de kern van ons geloof. Laten we niet te bang zijn om rustig te gaan zitten om dichter te komen bij die kern. Laten we niet te benauwd zijn om de handen uit de mouwen te steken vanuit die kern omdat God juist daarin gestalte krijgt. Activiteit is aards, contemplatie ook. Het is niet zweverig. Een woestijnmonnik met de naam Isaac sprak het zo uit: het is goed dat monniken op kamelen lijken en niet op paarden. Kamelen herkauwen veel waardoor koolhydraten in zetmeel en suiker worden omgezet en het zoet van het woord wordt geproefd. Een paard verteert het snel en het goede voer verdwijnt heel snel zijn lichaam uit in een dikke flatus. Actieve mensen hebben we nodig om wat de schouwende mens heeft gebeden te voeden. Het zou mooi zijn als het in een persoon in evenwicht is. Anders moeten we elkaar opzoeken en aanvullen tot een evenwichtige geloofsomgang. Lastige dames hebben het ons lastig gemaakt. Maar daar doorheen hebben we ontvangen dat het een niet beter is maar elkaar nodig hebben.
1e lezing: Gen. 18,1-10a; 2e lezing: Kol.1, 24-28; evangelie: Lucas 10,38-42.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Op hun tocht kwam Hij in een dorp, waar een vrouw die Marta heette, Hem in haar woning ontving. Ze had een zuster, Maria, die gezeten aan de voeten van de Heer, luisterde naar zijn woorden. Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen, maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei: ‘Heer, laat het U onverschillig, dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dan dat ze mij moet helpen.’ De Heer gaf haar ten antwoord: ‘Marta, Marta, wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen. Slechts een ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen, en het zal haar niet ontnomen worden.’