‘Vrede begint bij jezelf!’ Dit was het thema van de actie Vredeslicht 2022. Sinds 1986 wordt ieder jaar door een Oostenrijks kind het Vredeslicht ontstoken aan de Vredesvlam in de geboortegrot te Bethlehem. Vervolgens wordt het door kinderen - met name Scouts - over de hele wereld verder verspreid. Het begon klein, in Oostenrijk. Maar geleidelijk aan is het uitgegroeid tot een Internationale actie die door Scoutinggroepen over de gehele wereld wordt ondersteund. Jaarlijks komen duizenden Scouts uit de hele wereld naar Wenen toe om het licht persoonlijk in ontvangst te nemen, en om het vervolgens aan andere groepen door te geven. Zo vormen zij samen een keten van licht, als teken van vrede en vriendschap. Al meer dan 35 jaar ontstaat er vlak voor kerstmis - vanuit dat ene kleine vlammetje - een zee van licht, een baken, dat ons in het donker de weg naar vrede wijst.
“Ik maak u nu ook tot een licht voor de heidenen”, hoorden we zojuist in de 1e lezing, “zodat mijn heil tot de grenzen der aarde zal gaan.”
De 1e lezing, ook wel bekend als het tweede knechtslied, is genomen uit de profeet Jesaja. In dit orakel richt de knecht zich niet tot Israël, maar tot de heidenvolken. Eerst geeft hij een terugblik op zijn verhouding tot God en Israël in zijn leven. Het is een bericht over zichzelf. Een soort belijdenis, waarin hij zijn roeping door God beschrijft. Dit heeft de knecht zodanig aangegrepen, dat zijn hele bestaan erdoor geraakt is, zelfs vanaf het begin. Nu is hij teleurgesteld. Ontgoocheld over het resultaat van zijn optreden tot nu toe. Hij heeft Israël, de stammen van Jakob, niet tot inkeer kunnen brengen. Het is hem niet gelukt om hen weer op te richten.
Nu wordt de knecht geroepen om het licht - dat God zelf is - onder de volken te laten schijnen, zodat zijn heil tot in de verste uithoeken van de wereld reddend aanwezig is. Nieuw is deze taakomschrijving niet. Want het ‘licht der volken’ komen we ook tegen bij de installatie van de knecht. Hierbij kreeg hij de opdracht om het gevangen volk Israël uit zijn figuurlijke ‘kerker’ in Babel te bevrijden. Ook moest hij de heidenvolken het licht brengen, en hun de ogen openen voor wat zij niet zien.
In tegenstelling tot bij de installatie van de knecht, is de invalshoek van de nieuwe taakomschrijving veranderd. Moest de knecht eerst nog het volk Israël uit de Babylonische gevangenschap bevrijden, en daarbij de volken niet vergeten. Nu wordt hij - maar dan omgekeerd - tot licht van de heidenvolken aangesteld, zodat Gods weldaden aan alle volken - dus aan iedereen - bekend kan worden. Begint de vrede dan daadwerkelijk bij jezelf?
“Zie, het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt”, aldus Johannes de Doper. “Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want hij was eerder dan ik.”
Johannes is in Bethanië, aan de overkant van de Jordaan, aan het dopen. Op een dag komen vanuit Jeruzalem priesters en Levieten aan die hem naar zijn identiteit vragen: ‘wie bent u?’, vragen zij hem. Nee, hij is niet de Messias, antwoordt Johannes hen, noch Elia of een profeet. Hij is de stem die roept in de woestijn: maak de weg van de Heer recht. Dit getuigenis van Johannes trekt de aandacht van hemzelf af, en wekt in de priesters en Levieten een nieuwsgierigheid om naar de Messias uit te zien, die in hun midden verblijft, maar niet door hen wordt herkend.
Johannes daarentegen, herkent hem wel. Want de volgende dag ziet hij Jezus naar zich toe komen en zegt: “Zie, het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt. Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want hij was eerder dan ik.” De evangelielezing van vandaag herinnert aan de doop van Jezus bij de Synoptici - bij Mattheüs, Marcus en Lucas. Bij die doop zag Johannes de Doper de geest op Jezus neerdalen en op hem rusten. Het evangelie van vandaag interpreteert dat als een persoonlijke openbaring van God aan De Doper, die houdt in: Jezus is de Messias, en hem moet je aan de wereld bekendmaken. Hij heeft Gods eigen getuigenis ontvangen en gelooft erin. Daarom is hij in staat om over Jezus te getuigen aan de mensen. Zijn optreden als doper was de gelegenheid om de Messias te herkennen en te verkondigen. “Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd”, aldus Johannes de Doper, “Deze is de Zoon van God.” Zo moet ook iedereen in zijn eigen omgeving, binnen ieders eigen context, de in het evangelie verkondigde Jezus herkennen en dienen. Begint ook hier de vrede bij jezelf?
In de lezingen van vandaag staat de verkondiging van Gods blijde boodschap centraal. Zo wordt in de 1e lezing de knecht aangesteld tot licht van de heidenvolken, zodat Gods weldaden aan alle volken - dus aan iedereen - bekend kan worden. En in het evangelie kan Johannes - door zijn optreden als doper - Jezus zien, herkennen en verkondigen. Ook wij kunnen in het leven van iedere dag, binnen ieders eigen context, Jezus zien en herkennen: in het gelaat van de ander, in onze naaste, in ieder van onze medemensen, zonder onderscheid. Echter, enkel Jezus in hen herkennen is niet voldoende. Men dient ook - aldus Johannes de Doper - van hem te getuigen en hem verkondigen. Zowel in woorden alsook in daden.
De 14-jarige Scout die namens Scouting Nederland in Wenen het Vredeslicht mocht ophalen, formuleerde het aldus: “Ik vind het leuk om andere mensen te helpen. Dat doe ik zoveel mogelijk. Het is belangrijk dat je aardig tegen elkaar doet.” Begint de vrede daadwerkelijk bij jezelf? Amen.
1e lezing: Jesaja 49, 3. 5-6; 2e lezing: 1Kor. 1, 1-3; evangelie: Johannes 1, 29-34
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zag Johannes de Doper Jezus naar zich toekomen en zei: ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt. Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik. Ook ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israel geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.’ Verder getuigde Johannes: ‘Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.’