‘We zijn trots dat we Blijf Groep kunnen ondersteunen in hun missie een einde te maken aan huiselijk geweld’, aldus de Amerikaanse metalband Metallica in een persverklaring. Onlangs doneerde de non-profitorganisatie van de band, All Within My Hands, een groot bedrag aan Blijf Groep. Dit is een Amsterdamse organisatie die zich inzet om huiselijk geweld te stoppen en aan slachtoffers opvang te bieden. De directeur van de organisatie bedankt de metalband voor de donatie. ‘We zijn hier natuurlijk zo blij van geworden’, aldus de directeur, ‘dit hadden we nooit verwacht. Het schijnt dat de leadzanger er persoonlijk om gevraagd heeft omdat hij dit onderwerp een warm hart toedraagt.’
“Daarover ontstond grote vreugde in die stad”, hoorden we zojuist in de eerste lezing.
De diaken Filippus is op weg naar Samaria. Hij, en de andere zes diakens, beschouwen het gebod om alleen naar de verloren schapen van Israël te gaan als niet langer bindend. Of op zijn minst als iets dat enkel voor de twaalf apostelen geldt. Filippus gaat naar een stad in Samaria, naar een stad in een niet-joods gebied. Naar een regio waar joden niet geacht werden te gaan en doorheen te reizen. Samaritanen werden namelijk door veel joden beschouwd als tweederangsburgers en dito gelovigen, en als zodanig geminacht en behandeld.
De woorden van Filippus oogsten veel instemming onder de Samaritanen, en worden door wonderen en tekenen bevestigd: uit vele bezetenen gaan de onreine geesten weg, en vele lammen en kreupelen worden genezen. De Samaritanen zijn hierover zeer verheugd, en verwelkomen dit met grote vreugde. “Daarover ontstond grote vreugde in die stad”, hoorden we zojuist ... het was All Within My Hands.
“Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere helper geven om voor altijd bij u te blijven”, aldus Jezus tot zijn leerlingen, “de Geest van de waarheid.”
Jezus neemt afscheid, afscheid van zijn leerlingen en belooft hun een andere helper, een helper die altijd bij hen zal blijven. De lezing van vandaag komt uit de eerste afscheidsrede van Jezus, en is het vervolg op het evangelie van vorige week zondag. Dat eindigde met de gedachte dat de werken die Jezus doet, voortgezet zullen worden door hen die in hem geloven. Oftewel: door hen die op Jezus vertrouwen, van hem houden en zijn geboden onderhouden. Want, zo hoorden we zojuist, “als gij mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden.”
En zo komt Jezus bij het hoofdthema van zijn afscheidsrede: de voortzetting van zijn werk in de leerlingen, door de bemiddeling van de Geest, de andere Parakleet. Vaak vertaalt men dit woord met ‘trooster’ of ‘helper’. Maar aangezien Johannes van juridische taal houdt, en het bestaan van christenen voorstelt als een rechtsgeding tussen de gelovige en de wereld van het ongeloof, mogen we het woord ‘parakleet’ hier beschouwen als een term uit de rechtswereld: een persoon die rechtsbijstand verleent, een advocaat.
Maar, in de lezing van vandaag is niet zozeer sprake van een helper of een parakleet, maar veeleer van een andere helper, een andere Parakleet. Dit ‘andere’ impliceert dat Jezus ook zelf een Parakleet is: zowel tijdens zijn aardse bediening voor zijn lijden, sterven en verrijzenis alsook na zijn Hemelvaart. In dat laatste geval wordt de ten hemel opgevaren heer een Parakleet die in het hof van de hemel is, om daar voor zijn leerlingen te pleiten. De Heilige Geest - die andere helper - is dan de Parakleet die uit de hemel komt, om de leerlingen in het leven van iedere dag, op hun levensweg, tot ondersteuning en hulp te zijn.
Een andere helper, trooster, en Parakleet, voor en tijdens de levensweg van de leerlingen. Niet alleen voor de leerlingen toen, maar ook voor ons nu, vandaag de dag. Ook wij hebben in ons leven - met vallen en opstaan - vele wegen bewandeld, en bewandelen wij nog steeds vele verharde en onverharde wegen. Wegen die wij zelf kiezen, … en wegen die anderen ons doen gaan. Wegen van vreugde, … en wegen van pijn en verdriet. Wegen van licht, … en wegen van duisternis. Wegen die ons vertrouwd zijn, … en wegen die ons vreemd zijn.
In werkelijkheid echter hebben wij maar één weg te gaan, namelijk: onze eigen persoonlijke levensweg naar … Ja, waar naartoe? Waar gaan wij eigenlijk naar toe? Wat is het doel, het einddoel van onze levensweg?
De lezingen van vandaag lijken ons daar niet veel over te zeggen. Wel dat we die weg niet alleen hoeven af te leggen. Zo kunnen, volgens de eerste lezing, woorden en tekenen van God voor ons een richtingwijzer zijn op onze levensweg. En belooft Jezus ons in het evangelie een andere helper te geven, een andere Parakleet: de geest van waarheid.
Maar, zo kunnen we ons hier de vraag stellen: zouden wij - in het leven van iedere dag - ook niet voor elkaar een helper, een andere helper kunnen zijn? Een andere parakleet? Op de levensweg van onze medemens? Wat zal daarop ons antwoord zijn? Iets met All Within My Hands? Amen.
1e lezing: Hand. 8, 5-8. 14-17; 2e lezing: 1Petrus 3, 15-18; evangelie: Johannes 14, 15-21
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘ Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer; gij echter zult Mij zien, want Ik leef en ook gij zult leven. Op die dag zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u. Wie mijn geboden onderhoudt, die hij heeft ontvangen, hij is het die Mij liefheeft. En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal hem beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren.’