“Wat is succes je waard?”, vraagt regisseur El Hamus van Forever Rich zich af, “Zijn we niet een beetje obsessief geraakt in hoe uiterlijke rijkdom innerlijke armoede verbloemt?” De Nederlandse Netflix film Forever Rich volgt de opkomende rap-carrière van Richie. “Elke keer als ik naar deze watch kijk”, zo pocht Richie tegen een cameraploeg, terwijl hij zijn ‘klokkie van 50k’ laat zien, dan “besef ik hoe hard ik heb moeten vechten om hier te komen.” Maar dan gebeurt er iets dat zijn reputatie van stoere straatsoldaat compleet verpest: hij wordt voor de camera van zijn geliefde klokkie beroofd. Zijn wereld staat op zijn kop, want wat is een rapper nog zonder zijn klokkie? Het vernederende filmpje, waarin hij jankend voor zijn leven smeekt, verspreidt zich online in razend tempo. In één nacht zet de befaamde rapper alles op alles om zijn imago, en daarmee ook zijn carrière, te redden. Wat is succes je waard? Zijn we niet een beetje obsessief geraakt in hoe uiterlijke rijkdom innerlijke armoede verbloemt?
“Ik smeekte, en de geest der wijsheid kwam over mij”, hoorden wij zojuist in de eerste lezing uit het boek Wijsheid, “ik verkoos haar boven scepters en tronen, en in vergelijking met haar beschouwde ik rijkdom als niets.”
De eerste lezing is een gedeelte uit een groot loflied op de wijsheid. In dit loflied neemt de auteur de ik-vorm aan. Ofschoon zijn naam nergens genoemd wordt, doet de auteur zich voor als Salomo, de meest wijze koning die Israël ooit heeft gekend. In de lezing van vandaag zinspeelt de schrijver op een perikoop uit het eerste boek Koningen waar Salomo - aan het begin van zijn koningschap - om wijsheid heeft gebeden, en deze ook heeft gekregen. Hij mocht aan God alles vragen wat hij wou: rijkdom, een lang leven, grote macht. Hier vroeg hij niet om, wel wijsheid en inzicht om verstandig recht te kunnen spreken. God was daar heel blij mee, en gaf hem die wijsheid, waardoor hij in staat was om de zogenaamde Salomon-oordelen te kunnen vellen. De rijkdom en de macht waar hij niet om vroeg, kreeg hij uiteindelijk toch.
In de lezing van vandaag wordt, naar aanleiding hiervan, een subtiel woordspel gespeeld met de term ‘rijkdom’. Aan de ene kant wordt er een vergelijking getrokken tussen wijsheid en rijkdom, zoals scepters, tronen en kostbare stenen. Door voor wijsheid te kiezen, verliest men die rijkdom. Maar aan de andere kant blijkt die wijsheid ook juist voor onmetelijke rijkdom te zorgen. In de regels die volgen op de eerste lezing wordt via het woord ‘rijkdom’ benadrukt, dat wijsheid nog een heel ander soort rijkdom met zich meebrengt, namelijk: de vriendschap met God. Zij blijkt de leidraad voor de mens te zijn, die in harmonie met God wil leven.
De rijke jongeman uit de evangelielezing lijkt dit ook voor ogen te hebben, wanneer hij aan Jezus vraagt: “Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Het antwoord is duidelijk: onderhoud Gods geboden. Jezus kijkt de jongeman liefdevol aan, wanneer hij dit van zijn jeugd af heeft onderhouden. Een ding ontbreekt er nog aan: “ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen.” Ontdaan ging de jongeman heen, omdat hij vele goederen bezat.
Vanuit de toenmalige optiek gezien, wellicht ook begrijpelijk. Rijkdom gold immers als een bewijs voor Gods gunst. Een welvarende man, was een door God gezegende man. De jongen was met die opvatting groot gebracht, en nu eist Jezus armoede vanwege een religieuze reden: het verwerkelijken van het Rijk Gods. Vele omstanders moeten geschokt hebben gereageerd. Vooral toen hij het besluit trok: hoe moeilijk is het voor diegenen die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan? Zelfs de leerlingen stonden verbaasd over wat Jezus zei. Hun vraag “wie kan dan nog gered worden?” is dan ook heel begrijpelijk. Want, ook de leerlingen spraken in de geest van hun tijd: rijkdom is een zegen van God.
In het antwoord van Jezus aan Petrus wordt, net als in de eerste lezing, een subtiel woordspel met de termen ‘rijkdom’ en ‘beloning’ gespeeld. Aan de ene kant verlies je - omwille van Jezus en de Blijde Boodschap - huis, broers, zusters, etc. Maar aan de andere kant ontvang je ook - omwille van Jezus en de Blijde Boodschap - het honderdvoud aan huizen, broers, zusters, etc. Rijkdom blijkt ook hier van een geheel andere orde te zijn, namelijk: de vriendschap met Jezus.
“Wat is succes je waard?”, vraagt de regisseur van Forever Rich zich af, “Zijn we niet een beetje obsessief geraakt in hoe uiterlijke rijkdom innerlijke armoede verbloemt?” Rijkdom. Zowel in de eerste lezing als in de evangelielezing verliest men rijkdom door voor Gods wijsheid en Blijde Boodschap te kiezen, terwijl die anderzijds ook weer voor rijkdom zorgen. Een rijkdom die van een geheel andere orde is: de vriendschap met God. Zij is de leidraad voor de mens, die in harmonie met God wilt leven. Aan de ene kant: een geschenk, maar het roept ook op tot verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid in het concrete leven van iedere dag, namelijk: Gods woord en wijsheid in praktijk brengen: in woord en daad, met vallen en opstaan.
“Alles in deze tijd lijkt zo over de buitenkant te gaan”, aldus regisseur El Hamus. “Daarbij lijkt het alsof de binnenkant, en niemand zijn in de public eye, veel minder waarde heeft dan wel iemand zijn. Dat vind ik zoiets geks en ongezonds. Voor je het weet kun je niet meer gelukkig zijn, terwijl je gewoon een goede baan hebt en fijne mensen om je heen.” Wat is succes je waard? Wat is succes ons nog waard? Amen.
1e lezing: Wijsheid 7, 7-11; 2e lezing: Hebr. 4, 12-13; evangelie: Marcus 10, 17-30
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Toen Jezus zich weer op weg begaf, kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.’ Hij gaf Hem ten antwoord: ‘Dat alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.’ Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: ‘Een ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel. En kom dan terug om Mij te volgen.’ Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen, omdat hij vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: ‘Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan!’ De leerlingen stonden verbaasd over wat Hij zei. Daarom herhaalde Jezus: ‘Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.’ Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden tot elkaar: ‘Wie kan dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Dit ligt niet in de macht der mensen, maar wel in die van God: want voor God is alles mogelijk. Toen nam Petrus het woord en zei: ‘Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen.’ Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoudig aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven.