Geïnspireerd door de encycliek Pacem in terris van paus Johannes XXIII heeft Paulus VI in 1968 1 januari uitgeroepen tot 'Wereldvredesdag' in de katholieke kerk.
Deze encycliek behandelt namelijk tal van vredesvraagstukken. Waarheid, rechtvaardigheid, liefde en vrijheid zijn de vier kernwoorden waardoor een samenleving geordend kan zijn. Zo ontstaat vrede. Na meer dan veertig jaar is de oproep van paus Johannes XXIII nog een hot item. Door de jaren heen wordt deze noodzaak alleen maar groter en groter. De vooruitgang en modernisering geven ons niet alleen een betere welvaart en comfort, maar ze brengen ook een heleboel ellende met zich mee.
De actualiteit van deze encycliek onderstreept van de ene kant hoe essentieel de vrijheid is voor ons; van de andere kant wordt er door benadrukt dat de vrede nog ver weg is. Met recente oproepen van de huidige paus, is de roep om vrede zelfs een noodkreet geworden. Zelf heeft hij op nieuwjaarsdag, alle mensen in de wereld opgeroepen om de strijd tegen slavernij en mensenhandel op te voeren. En deze strijd is een morele plicht voor allen. Want het is ieders door God gegeven recht om vrij te zijn. Daarom heeft paus Franciscus 8 februari uitgeroepen tot 'Internationale Gebedsdag tegen Mensenhandel'. Mensenhandel is niet anders dan een misdaad tegen de mensheid. Mensenhandel is een helaas steeds verder om zich heen grijpende vorm van slavernij in alle landen, die de kwetsbaarste mensen treft: vrouwen, meisjes, kinderen, gehandicapten, de armsten, mensen die komen uit ontwrichte gezinssituaties. Paus Franciscus roept ons op om aan mensenhandel een einde te maken. Het gaat hierbij om miljoenen mensen die slachtoffer zijn van dwangarbeid en slavernij, slachtoffers van handel in mensen die seksueel en als arbeidsslaven worden uitgebuit. Ze worden als voorwerpen behandeld, geruild, verkocht, verkracht en om ten slotte weggeworpen en verlaten te worden.
Mensenhandel vormt een zware schending van de mensenrechten van de slachtoffers alsook een belediging van hun waardigheid. Bovendien betekent het eveneens een nederlaag van de internationale gemeenschap. Tegen deze misdaad moet de mensheid met alle kracht ingaan om de slachtoffers te bevrijden en de agressieve misdaad te stoppen. De paus eist daarom een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en een vastbeslotener politieke wil om op dit punt resultaten te kunnen boeken. Een gemeenschappelijk gewetens-onderzoek is noodzakelijk. Mensenhandel is een ernstige wond in het lichaam van de huidige wereld, een wond in het vlees van Christus. Wij zijn geen slaven meer maar broeders en zusters, zegt Franciscus nadrukkelijk in zijn strijd tegen onrecht. Vrede is altijd mogelijk maar wij moeten er wel naar zoeken. De vraag is nu: wat wij kunnen doen als bijdrage voor de samenleving, nota bene wij als gewone mensen die geen invloedrijke positie hebben in de maatschappij? Het hoeft geen spectaculaire actie te zijn.
Het evangelie van vandaag is een goede bron van inspiratie. In zijn publieke optreden zien wij duidelijk hoe Jezus een boodschap van hoop wil brengen vooral voor gemarginaliseerden: mensen die ziek zijn, die verdriet hebben, en degene die niet meer in tel zijn in de maatschappij. Jezus geeft hen weer hoop op een toekomst. Geen wonder dat massa mensen naar hem toestromen. Na de drukte gaat Jezus naar een stille plek om daar te luisteren naar wat God van Hem vraagt en vandaar uit wil hij leven. Voor Jezus is God duidelijk een 'Abba', een Goede Vader, die bekommerd is om zijn volk, die het lijden wil wegnemen. Jezus voelt zich geroepen om zichzelf in die beweging van God te laten meenemen en om zich daar helemaal voor te geven. Hij voelt zich geroepen om het lijden en het verdriet, de schuld en lasten mee te dragen en daardoor weg te dragen uit de wereld. Dat is voor Hem de verkondiging van de Goede Boodschap. Hij verkondigt niet alleen met woorden maar hij brengt ze in praktijk. Jezus wil niet alleen mensen genezen maar ook dat ze tot gaan geloven in God, die onvoorwaardelijk van de mensen houdt en die hun heil en geluk wil. Hij geneest de mensen niet alleen in hun lichaam maar ook van binnen, in de ziel. Hij geneest ons van krachten en machten die ons meevoeren op de verkeerde weg van het kwade. Als wij bereid zijn elkaar en de ander ruimte te geven, te respecteren en te accepteren, en als wij bereid zijn niet steeds op de voorgrond te staan, dan zou er minder geweld en misdaad zijn. Liever nu dan morgen ermee beginnen, ook al is het een kleine stap in de goede richting. Anders wordt het niks.
eerste lezing: Job 7,1 - 4.6 - 7; tweede lezing: 1 Korintiërs 9,16-19.22 - 23; evangelie: Marcus 1,29 - 39.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd toen Jezus uit de synagoge kwam ging Hij met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed; zij spraken Hem aanstonds over haar. Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan; zij werd vrij van koorts en bediende hen. In de avond, na zonsondergang, bracht men allen die lijdend of bezeten waren bij Hem. Heel de stad stroomde voor de deur samen. Velen die aan allerhande ziekten leden genas Hij en Hij dreef tal van geesten uit, maar Hij liet niet toe dat de boze geesten spraken, omdat zij Hem kenden. Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats waar Hij bleef bidden. Simon en diens metgezellen kwamen Hem achterop en toen ze Hem gevonden hadden zeiden ze: "Iedereen zoekt U." Hij antwoordde hun: "Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken. Daartoe immers ben Ik uitgegaan." Hij trok door heel Galilea, predikte in hun synagogen en dreef de boze geesten uit.