Broeder en zusters, op deze nieuwjaarsdag staan we even stil op de drempel van de tijd die achter ons ligt en op de drempel van de tijd die voor ons ligt. In vroeger tijd heerste er, in het bijzonder op het platteland, een (bij)geloof dat de duivel onder de drempel van elk huis zou wonen.
Het was daarom taboe om bij het in- of uitgaan van een woning op de drempel te stappen; dit zou namelijk de duivel wekken en zodoende ongeluk brengen. Men moest dus over de drempel heen stappen. Uit dit bijgeloof stamt ook het gebruik dat een bruidegom zijn bruid over de drempel van het huis tilt. Door haar bruidsjurk kan zij immers niet goed zien waar zij haar voeten neerzet. Om een slecht begin van het huwelijk te voorkomen, tilt de bruidegom haar over de drempel. De bijbel kent dit bijgeloof niet want psalm 84 zegt zelfs: ‘liever te staan op die drempel, daar in het huis van mijn God dan te wijlen in de tenten der boosheid.’
Ook het blijven stil staan op de drempel van het nieuwe jaar heeft iets gevaarlijks. We kunnen onszelf verliezen in een weemoedig terugkijken naar het afgelopen jaar of we verliezen iedere vorm van realiteit door in de toekomst te blijven staren. Uiteindelijk zal het moeten gaan over het heden. Paus Franciscus had 2015 uitgeroepen tot het jaar van het godgewijde leven met als doel om in dankbaarheid op het verleden terug te kijken, met hoop de toekomst tegemoet te gaan en met passie het heden beleven. Dat is de juiste houding ook op de drempel van een nieuw jaar: dankbaarheid, hoop en passie!
Boven de drempel van dit nieuwe jaar wordt een oude Bijbelse zegen uitgesproken: Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken! Het is jammer dat de liturgie deze zegenbede vertaald in een wensvorm. In de oertekst is het een realiteit. Op de drempel horen we niet de wens maar het is zo: De Heer zegent u! Het is namelijk de passie van God zelf om ons te zegenen om ons het goede aan te zeggen. Voor Hem is dat geen wens maar een realiteit.
De zegen van Aaron is een zegen op de drempel van de woestijn. Nadat Israel op de Sinai de tien geboden ontvangen heeft en moet verder trekken spreekt de Heer God Zijn zegen uit over het volk door de mond van Aaron. Het is een woord voor onderweg; een woord voor de levensweg in verleden, heden en toekomst. Dat woord is: Ik ben met jullie! Ik ben de Aanwezige! Het woord waarmee God het volk en dus ook ons zegent is met Zijn eigen Naam: Ik ben die ben; de altijd Aanwezige.
Het is die zegen die wij meekrijgen op de drempel van het nieuwe jaar. Te midden van dankbaarheid voor al het goede uit het verleden en de hoop op betere tijden in de toekomst mogen we vandaag Gods Aanwezigheid ervaren. Zijn Aanwezigheid is Zijn passie voor ons! Het is deze Aanwezigheid die wij net als Maria in ons hart moeten blijven bewaren in al die goede en kwade dagen die voor ons liggen.
De Heer stuurt ons vandaag over de drempel heen op weg, het nieuwe jaar in. Hij zegent ons zodat wijzelf zegen kunnen worden voor anderen. Een levenshouding waarin de dankbaarheid, de hoop en passie samenvallen omdat wij niet anders kunnen dat Gods Aanwezigheid handen en voeten te geven in de wereld waarin we leven.
eerste lezing: Numeri 6,22 - 27; tweede lezing: Galaten 4,4 - 7; evangelie: Lucas 2,16 – 21
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
De herders haastten zich naar Bethlehem en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden, stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was. Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.