Broeders en zusters. "Liefde gaf U duizend namen!". Zo zingt een bekend Vlaams en ook in Nederland geliefd Marialied.
Eén van die titels is 'Onze Lieve Vrouw tot Vrijkoop van de Slaven'. Een titel die vooral in de Latijns-Amerikaanse landen zeer populair is: 'Nuestra Señora de la Merced'. Zo geliefd dat heel veel vrouwen in die landen Mercedes heten. Ja, Mercedes. De vrouw van autofabrikant Benz heette ook Mercedes en noemde zijn auto's inderdaad naar zijn, ongetwijfeld mooie vrouw. "Liefde gaf U duizend namen!"
In de tweede lezing horen we Paulus zeggen: "U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God" (Gal. 4,7). De eerste christenen waren bij het horen en zien van de Blijde Boodschap van dat Kind in de kribbe, dat vandaag de naam Jezus ontvangt, van één ding overtuigd: dat zij bevrijd waren uit de duisternis van het menselijk bestaan. In Jezus ontdekten zij het ware licht in het duister van een zinloos bestaan. Die eerste christenen waren net als wij doodgewone mensen op zoek naar een zinvol bestaan. Zij ervoeren, net als wij, dat ons leven zinloos in een kringetje draait omdat we vast blijven zitten aan allerlei slechte gewoontes en gedragingen waar we eigenlijk van af willen. Iedere jaarwisseling is zo'n moment waarop goede voornemens maken om onszelf uit die slechte gewoontes, die duisternis te bevrijden. Maar we weten het allemaal: we kunnen onszelf niet bevrijden. Je kunt zelf veel doen met discipline en een overtuigde wil maar je stoot daarbij op een grens. Je kunt jezelf niet bevrijden. De eerste christenen hebben ons dat goede nieuws doorgegeven dat je jezelf enkel kunt bevrijden door Jezus in je leven toe te laten. Ons enige goede voornemen van een nieuw jaar zou dus moeten zijn: laat Jezus echt toe in je leven!
We hebben echt nood aan de bevrijding uit de slavernij ook anno 2015 nog. Kijk in uw eigen leven, broeders en zusters en niet zozeer naar uw buurman of buurvrouw. Allemaal zitten wij vast in onszelf. Zijn wij slaaf van allerlei slechte gewoontes: gokverslaving, alcoholverslaving, seksverslaving, internetverslaving, eetverslaving om maar enkele voorbeelden te noemen. Laat Jezus toe om u daarvan te bevrijden. Hij heet niet voor niets Jezus: God redt! God zal u redden. Bewondering en ondersteuning verdienen die mensen onder ons die proberen om uit die vormen van mensonterende slavernij te komen en weer als vrije kinderen Gods te leven.
Maar, broeders en zusters, laten we niet te veel 'spiritualiseren'. Ook anno 2015 bestaan er nog echte vormen van ouderwetse slavernij. De Middellandse Zee is een kerkhof van omgekomen asielzoekers naar Fort Europa, slachtoffer van mensenhandel. Veel vrouwen worden nog in allerlei landen als slaven gehouden in de prostitutie maar ook als huishoudelijke hulp. En wat te denken van de vormen van slavernij in Qatar om ons een prachtig wereldkampioenschap voetbal te geven? Boko Haram in Nigeria ontvoerd dagelijks kinderen om als slaven te gebruiken om van hen kind-soldaten te maken. IS maakt vrouwen tot slaven om hen te dwingen of te vechten of te trouwen en kinderen te krijgen. Slavernij bestaat tot op de dag van vandaag!
De blijde boodschap van het evangelie is dat wij mensen niet geschapen zijn om slaven te blijven of te worden maar dat wij geschapen zijn tot vrije mensen, kinderen van God, broeders en zusters van elkaar die recht hebben op een vrij leven. Laat Nieuwsjaarsdag inderdaad een dag van bevrijding zijn. De kwade geesten zijn met veel lawaai weggeknald in de afgelopen nacht maar laten wij nu Jezus echt in ons hart en in ons wereld toe: Hij zal ons redden uit alle vormen van slavernij. De Moeder Gods helpt ons hierbij. Kijk naar Maria wanneer u al die vormen van slavernij aan den lijve ondervindt. Zij zal u Jezus tonen die zij aan de wereld geschonken heeft. Jezus, God die zal redden maar vooral de God die u tot zijn geliefde zonen en dochters maakt. Zalig Nieuwjaar!
eerste lezing: Numeri 6,22 - 27; tweede lezing: Galaten 4,4 - 7; evangelie: Lucas 2,16 – 21.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd haastten de herders zich naar Betlehem en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was. Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden ontving het de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot werd ontvangen.