De sluiers van het mysterie van de Paasnacht worden weggetrokken op de Paasmorgen. Het leven lacht je toe van alle kanten! Uitbundig en feestelijk. Paasmorgen is een feest van leven tegen alles in. Elk jaar opnieuw deze beweging van donker naar licht. Het voelt bijna als een geboortefeest. Daarom is des te meer een uitdaging om dit feest vorm te geven. De wereld doet triest aan, maar we moeten ons ook de uitbundigheid niet af laten nemen en de hoop niet verliezen: er is juist verrijzenis. Zonder de verrijzenis kunnen we de ander niet opnemen in ons bestaan en in ons gevecht tegen het kwaad wat geschied. Onder ons kunnen we de uitbundigheid weer fysiek gestalte geven. Zonder dat we dit uitbundig kunnen vieren door elkaar op de schouders te slaan en ‘Gezegend Pasen’ te wensen. Aan de andere kant biedt deze tijd ook een kans om juist te laten zien wat Pasen betekent: ondanks alles dat tegenspreekt en tegenzit is het leven sterker dan de dood en is het de Liefde die overwint. Ook in Oekraïne, in Jemen en in Syrië. Het is niet de vraag of de mens wint; het is de overtuiging, dat de verrezen Heer heeft overwonnen.
Een ander belangrijk thema in het Paasverhaal is de geest, de Ruach. Ruach kun je vertalen met levensgeest, levensadem van God. Als we onze ogen sluiten zouden we zo die Geest willen blazen richting Oekraïne: alles wordt nieuw leven geblazen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarbij God het leed met al onze tranen wegveegt. Maar zo werkt het niet alleen. De Geest werkt via mensen. Vele vrachtwagens vol hulpgoederen rijden dagelijks naar Oost-Europa en naar Turkije. Dat is de uitwerking van de Geest, die ook in ons allen werkt om van onze overdaad mee te geven aan waar het nodig is, hier en elders.
Het Marcusevangelie eindigt in deze lezing open. De vrouwen vluchten weg en zeggen niemand iets van wat ze gezien hebben. Een open einde. Alles kan nog gebeuren. Die openheid biedt ruimte aan de Geest, die leven blaast en leven doet. Beide lezingen laten zien, dat opstaan en opstanding verbonden zijn met Gods levensadem, Gods handelen. Het vraagt om een open en ontvankelijke houding van de mens.
Dit gegeven is mooi als uitgangspunt om te overdenking. Daar waar wij mensen op een dood spoor zitten, geschiedt er van godswege iets nieuws, iets ongedachts: alles wat we dachten te weten, wordt in een heel ander licht gezet. We worden uitgenodigd om zogezegd te gaan verstaan. Dát hebben we zo hard nodig in deze periode vol verwarring en onbegrip. De wereld ziet er niet echt Paasachtig uit. Maar dat kunnen we wel zelf maken door ons hart open te stellen voor het wonder.
De vrouwen zitten op een spoor dat hen voert naar het graf, naar het einde van het verhaal. Jezus heeft het immers vaak gehad over zijn dood, net zo vaak als hij het had over het leven. Maar ‘dood’ kunnen we kennelijk beter begrijpen. Dat iets een einde heeft, dat is begrijpelijk, daar kunnen we wat mee. Dus ook aan het leven van Jezus zit een einde.
De vrouwen zijn de eersten die daaraan willen. Zij zoeken dat einde op, dat graf, zij willen het toelaten in hun werkelijkheid, hoe weerbarstig en rauw ook. Maar dan blijkt het einde het einde niet te zijn. Althans, niet op de manier zoals zij het verwachtten. Er is wel een graf, het bewijs ligt er, maar het is letterlijk een open einde geworden. Met een vervolg, dat door de lezer, de kijker, de goed verstaander van het verhaal moet worden opgepakt en ingevuld! Zo wordt alles - wat ze tot dan toe voor waar hebben gehouden - in een totaal ander daglicht gezet.
Dat wat ze wisten, van Jezus geleerd en gehoord hadden, gaan ze opeens anders verstaan. Ze gaan verstaan. En omdat dit open einde zo totaal haaks staat op wat ze hadden verwacht aan te treffen, zijn ze met stomheid geslagen. Hun hele wereld is ondersteboven gezet.
Een einde dat geen einde blijkt te zijn… maar een einde dat vraagt, dwingt om een vervolg. Sterker nog: het vraagt om een vervolg waar zij, de vrouwen, waar wij als hoorders van nu, zelf actief een rol in gaan spelen. Dit einde wat geen einde is, vraagt om een vervolg met onszelf als belangrijkste rol. En alles wat we tot dan toe, tot nu toe voor mogelijk hebben gehouden en voor waar, komt in het licht te staan van deze verrassende en onverwachte wending!
Een passend antwoord van ons op dit verhaal zou kunnen zijn: ‘Het ging om Jezus, nu gaat het God om mij!’ Maar om dat te kunnen zeggen, is er misschien nog net iets meer nodig. Extra inspiratie, of concreter gezegd: we moeten nieuw leven ingeblazen worden. En dan zo, dat we kunnen zeggen: Ah, nu begrijp ik het! De mens die door God opnieuw in elkaar gezet wordt. De mens die door God opnieuw leven ingeblazen krijgt. De mens die door God op weg wordt gezet met de opdracht: Maak verschil in deze wereld waarin Ik, Jouw God, Jouw maker, Jouw bron, alle verschil heb gemaakt!
Met terugwerkende kracht schijnt dit verrassende einde van Jezus’ verhaal een (nieuw) licht over alles wat voorafgegaan is. De weg van Jezus tot in de dood krijgt pas betekenis, als we zelf gaan verstaan en ons toevertrouwen aan dat geheim, van dood en opstanding, van hoop tegen de klippen op, van zachte krachten die winnen, van liefde die niet dooft. Pas als we dat in ons opnemen, zoals zuurstof in de lucht, dan werkt ’t! Dan loopt ’t. Dan maakt het verschil in onze wereld, in ons leven. En dan pas zijn we in staat om datzelfde verschil te maken in de wereld om ons heen.