Preek van 7 juni 2020

Preek van 7 juni 2020

“Gemeenschap is heel belangrijk”, aldus een van de organisatoren van de sit-in demonstratie in Groningen, “en als we samenwerken, kunnen we alles aan.” De dood van George Floyd na een hardhandige arrestatie door de politie, leidde tot een golf van onrust in diverse Amerikaanse steden, waarna het zich snel uitbreidde over de rest van de wereld. Inclusief Nederland. In Amsterdam, Den Haag en Groningen zijn afgelopen week vele mensen de straat opgegaan om tegen racisme te protesteren. Immers, racisme is niet iets wat alleen in de Verenigde Staten plaatsvindt, het speelt zich ook hier in Nederland af. De organisatie van de sit-in in Groningen hoopt dat er van deze actie ‘liefde en positiviteit’ uitgaat. “Gemeenschap is heel belangrijk”, aldus een van de initiatiefnemers, “en als we samenwerken, kunnen we alles aan. Ik hoop dat mensen dat meenemen. En dat ze zichzelf durven te onderzoeken, …”
“Och Heer”, sprak Mozes tot God, “wees zo goed en trek met ons mee. Dit volk is wel halsstarrig, maar vergeef toch onze misdaden en zonden en beschouw ons als uw eigen bezit.”
De 1e lezing van vandaag maakt deel uit van het grote verbondsverhaal tussen God en het volk Israël, op en rond de berg Sinaï. Hierin wordt verhaald hoe Mozes - toen hij merkte dat het volk een gouden stierenbeeld had vervaardigd - de 2 stenen platen met de tekst van het verbond woedend op de grond stuksmeet, als teken dat de verbonds-relatie verstoord was. Kort daarop, nadat Mozes voor het volk ten beste had gesproken, kreeg hij van God de opdracht om opnieuw 2 stenen platen te houwen, en de berg Sinaï te bestijgen.
“De Heer daalde neer in een wolk”, aldus de 1e lezing, “kwam bij hem staan en riep de naam van de Heer uit.” God ging bij Mozes staan en riep zijn eigen naam uit. Binnen de culturele context van het Oude Nabije Oosten, had dit een diepe zin en betekenis. Wie zijn naam aan iemand bekendmaakte, gaf als het ware zichzelf prijs, stelde zichzelf ter beschikking aan de ander. Wanneer God hier zijn naam uitroept - namelijk ‘Ik-zal-er-zijn-voor-u’ - dan betekent dit dat Hij bij Mozes aanwezig wilt zijn, en aanwezig wilt blijven. Want, “de Heer is een barmhartige en medelijdende God, groot in liefde en trouw.” Gemeenschap is heel belangrijk en als we samenwerken, kunnen we alles aan. Ook na een verstoorde verbonds-relatie.
“Zozeer heeft God de wereld liefgehad”, aldus Jezus tot Nikodemus, “dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.”
In de evangelielezing van vandaag - een onderdeel uit het gesprek van Jezus met Nikodemus - horen we hoe Gods diepste bedoeling wordt verwoord. Uit liefde voor de wereld heeft God zijn eniggeboren zoon gegeven. Niet uit liefde voor louter het uitverkoren volk of enkel de gelovigen, maar uit liefde voor alle mensen. Zonder onderscheid!
Nu is de mens vrij, en heeft dus de mogelijkheid om het liefdesaanbod van God - en daarmee ook het verbond met hem - af te wijzen. Maar de bedoeling van God is dat de wereld gered wordt, en alle mensen het leven vinden. Met woorden als ‘oordelen’ en ‘veroordelen’ wil Johannes hier extra onderstrepen, hoe groot de verantwoordelijkheid van ieder mens in deze is. De verantwoordelijkheid om zelf een keuze te maken, en de consequenties daarvan te accepteren. Geldt ook hier dat gemeenschap heel belangrijk is en als wij samenwerken, wij alles aankunnen?
De lezingen van vandaag roepen ons op om na te denken over het verbond tussen God en de mensen, en daarmee ook over het geheim van God, het geheim van de H. Drie-eenheid. Hierbij staan de liefde en de gemeenschap centraal. Zo wordt in de 1e lezing de liefde van God uitgedrukt in de naam van God zelf: ‘Ik-zal-er-zijn-voor-u’. Vervolgens ook in eigenschappen die aan God worden toegeschreven, zoals: barmhartig, medelijdend, en rijk aan liefde en trouw. Woorden die de intense, tedere en vergevensgezinde nabijheid van God willen aanduiden. Een liefdevolle aanwezigheid die onder meer tot uitdrukking komt in het verbond. God sluit met het volk Israël een verbond. Niet omdat Israël dat verdiend heeft, maar omdat God zelf - uit eigen initiatief - zich het lot van dat volk heeft aangetrokken, toen het arm en hulpbehoevend was.
In de evangelielezing reflecteert Johannes over dat zelfde verbond. Wat Israël heeft ervaren, is exemplarisch voor heel de mensheid. Derhalve sluit God niet alleen met Israël een verbond, maar ook met ‘de wereld’. God heeft alle mensen lief, zonder onderscheid, en wil dat ieder van hen gered wordt. Maar God dringt die liefde niet op. Het verbond kan alleen dan heilzaam werken, als de mensen Gods liefde ook willen aanvaarden, en in praktijk brengen.
En wij? Hoe zit het met ons? Wat zegt dit over ons leven, over onze verantwoordelijkheid in het leven van iedere dag? Proberen wij in ons dagelijks leven inhoud te geven aan liefde, respect, eerbied en positiviteit? Zowel ten opzichte van mensen ver weg, als dichtbij? Mensen die ons goed liggen, en hen met wie we moeite hebben? “Gemeenschap is heel belangrijk”, aldus een van de initiatiefnemers van de demonstratie in Groningen, “en als we samenwerken, kunnen we alles aan. Ik hoop dat mensen dat meenemen.”  Behoren ook wij daartoe? Amen.

1e lezing: Exodus 34, 4b-6.8-9; 2e lezing: 2 Korintiërs 13, 11-13; evangelie: Johannes 3, 16-18.
Evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: ‘Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren zoon van God’