Preek van 23 december 2018

Preek van 23 december 2018

Vandaag vieren wij in de kerk de Advent. Straks, bij het verlaten van deze kerk denken we steevast reeds aan kerst, want morgenavond trekken velen met ons mee naar de kerstkribbe. Als ik eerlijk mag zijn, dan heb ik daar wat gemende gevoelens bij en vermoed ik dat heel veel priesters in onze parochiekerken eenzelfde gevoel hebben. Vandaag heel wat minder kerkgangers want morgennacht gaan we toch ook ter kerke, en morgen bomvolle kerken waarbij de trouwe kerkgangers soms met moeite nog een plaatsje kunnen bemachtigen. Stof genoeg om er uitgebreide overwegingen bij te maken. Dit is echter de ene, de uiterlijke en mathematische zijde van de medaille. Het klopt als een bus maar het zegt niets over de binnenzijde van deze viering, want – en daar ben ik zeker van – op al die plaatsen komen vandaag trouwe en overtuigde gelovigen samen, en zullen zij net als wij hier, bidden, zingen, luisteren en Christus ontvangen in Woord en Offermaal. ‘De kleine rest’ die tegen beter weten in trouw blijft in de dienst aan God. en dit geeft mij een ander gevoel dat wij met name – net als de godsvlam - een wakende vlam vormen die het vuur van ons geloof, onze hoop op onze liefde gaande houden. Ja, dan voegt deze laatste zondag een onverwachte meerwaarde toe aan deze adventstijd van wachten en verwachten, van geduldig vertrouwen en uitzien naar Gods menswording. Want, het is niet alleen deze zondag die in de schaduw staat, het heeft er alles van weg dat vooral Maria daarmee opzij wordt gezet. De vrouw die als geen ander het toonbeeld is als adventsmens. Maria ook die symbool staat voor dé gelovige bij uitstek want met haar vangt het nieuwe avontuur aan dat God met de mens heeft ondernomen. Ze was een onbekende vrouw die in het verborgene leefde en zich in die situatie tot aan het einde gelukkig voelde omdat ze een onvoorwaardelijk vertrouwen bezat in God. Want ook de volgende jaren zou ze in de schaduw leven van haar Zoon. Onopvallend maar aanwezig op de belangrijkste momenten. In haar zien we hoe God met zijn mensen omgaat. Waarom Hij zo onverwacht en onbegrijpelijk in onze geschiedenis treedt. Hoe zijn voorkeur uitgaat naar een mens en een plaats die voor de wereld van generlei waarde zijn.

Ook uit het kleine evangelieverhaal van vandaag over haar bezoek aan Elisabeth blijkt hoe Maria groot is in haar bescheidenheid. Onmiddellijk nadat ze haar ja-woord aan God heeft gegeven op die wel onvoorstelbare boodschap dat ze moeder van God zal worden haast ze zich naar haar nicht. Niet om het goede nieuws te vertellen maar gewoon om bij haar te zijn, omdat Elisabeth hulp nodig heeft. Het tekent Maria ten voeten uit. De heugelijke boodschap vanwege de engel zal maken dat alle geslachten haar zalig zullen prijzen. En toch gaat haar eerste gedacht naar haar nicht die hulp nodig heeft. Zo is Maria niet alleen de nederige dienares van de Heer maar ook van haar medemens.

Zonder enige bijbedoeling gaat ze naar Elisabeth, zelfs niet om pastorale redenen. Ze zegt niets over haar nieuwe situatie, ze zegt überhaupt niets want het is Elisabeth die haar aanspreekt, haar begroet als de ‘moeder van mijn Heer’. Het ‘Wees gegroet Maria’ waarmee wij ook van kindsaf aan vertrouwd zijn. Maria is zo overweldigd door deze begroeting dat ze pas op dat moment beseft wat haar overkomen is. Pas nu zingt ze het Magnificat. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend. Het toont hoe God te werk gaat, Hoe zijn woord langzaam en stapsgewijze het hart van een mens kan raken. Want het is pas in de ontmoeting met de ander, in alle waarachtigheid en zonder bijbedoelingen Dat God grote dingen doet en het hart van ieder van ons raakt.

Ondanks alle twijfels en vragen die Maria omtrent haar zoon zal krijgen, ondanks de vele angsten die zij om Hem zal doorstaan is zij vanaf de conceptie blijven geloven en vertrouwen in dat kind en – later – in haar zoon. In trouw is ze vanop afstand en ongemerkt naast haar Zoon de lange weg gegaan van de kribbe tot voorbij Golgotha. Daarin staat ze samen met Elisabeth en zoveel oud-testamentische vrouwen in de rij van “Messiaanse’ moeders. Dankzij dit vertrouwen en haar onvoorwaardelijke trouw heeft zij een nieuwe toekomst mogelijk gemaakt. Die nieuwe toekomst, het Rijk Gods op aarde die in dat nog ongeboren kind dat ze draagt een aanvang neemt. Het kleine lichtje dat Maria heeft gekoesterd en waaraan ze alles heeft geschonken, dát is het Licht der wereld geworden.

Straks zullen wij kijken en staren naar de kerststal. En eigenlijk geraken we daar nooit op uitgekeken Omdat we weten en geloven dat alle leven, alle geluk en diepe levensvreugde zijn oorsprong vindt in het ongeziene, het kleine, het verborgene, in wat niet geweten en niet gekend is. Niet in grootse daden of spectaculaire ondernemingen maar in de kleine goedheid die kleine mensen aan kleine mensen schenken.

1e lezing: Micha 5, 1-4a; 2e lezing: Hebr. 10, 5-10; evangelie: Lucas 1, 39-45
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Judea. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet. Zodra Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; Elisabet werd vervuld met de heilige Geest en riep met luider stemme uit: ‘Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.’