Preek van 02 februari 2014

Preek van 02 februari 2014

Broeders en zusters. Veertig dagen na de geboorte van Jezus, betreden Maria en Jozef de tempel in Jeruzalem om het Kind aan God op te dragen.

Dit feest viert de kerk zowel in het oosten als in het westen al vanaf de vijfde eeuw. De oosterlingen noemen het 'Feest van de Ontmoeting'. De Messias ontmoet in de profeet Simeon, zijn naam betekent: God zal je altijd herinneren en de profetes Hanna, wat staat voor 'zij die luister en ziet'. Beiden zijn vertegenwoordigers van het Verbond dat in het Oude Testament met Abraham is gesloten. Vandaag wordt het duidelijk dat er een nieuwe dimensie aan wordt toegevoegd. De westerlingen noemen het 'Opdracht van de Heer' of 'Maria Lichtmis', al naar gelang de nadruk op Christus of Maria komt te liggen. Feitelijk was het zo dat een vrouw na de geboorte van haar kind 'onrein' was. Op de veertigste dag mag de jonge moeder opgaan naar het heiligdom. Dat is de dag van de reiniging. Als offer brengt zij een eenjarig schaap mee. Is zij in armoedige omstandigheid, dan mag het schaap vervangen worden door een koppel duiven of tortels. 

Dan krijgt het verhaal opeens een andere wending. Niet Maria, eigenlijk toch de hoofdrolspeelster ,wordt herkend. Simeon en Hanna herkennen Jezus die voor het eerst in de tempel van Jeruzalem met zijn ouders komt. Hij wordt opgedragen als eerstgeborene aan de Heer, ook een eeuwenoud ritueel. Jezus' ouders hebben geen enkele reden gezien om Hem daar aan te onttrekken. Zij initiëren Hem als elke joodse jongen. Het eerste bezoek aan de tempel neemt daarbij een bijzondere plaats in, ook al zal Hij er zelf weinig van hebben gemerkt op die leeftijd. Misschien kunnen we het in die zin wel een beetje als de doop beschouwen, want ook hier verricht de Geest zijn bijzondere werk door met Simeon te zijn die daardoor gaat zien. De rechtvaardige Simeon en de godvruchtige Hanna staan voor de oude joodse traditie. Op het einde van hun leven mogen zij aanschouwen dat er iets volstrekt nieuws staat te gebeuren. Zij zien wat anderen op dat moment niet zien of willen zien. Zij geven inhoud aan wat werkelijk een profeet is: een ziener, een luisteraar. Zien wat Gods bedoeling is met de mensheid. Zij zien dat de verlosser is geboren en Gods openbarend werk kan gaan verrichten. Dat is de werkelijke betekenis van 2 februari. Door Jezus worden we opgenomen in het verbond met God, door Jezus komen we in relatie met God te staan. Onze verlossing komt in zicht. We gaan ons daarop voorbereiden tijden de komende veertigdagentijd. 

Maar we kunnen niet om de andere benaming heen: Maria Lichtmis. We hebben te maken met een heel oude traditie. Men nam voor een jaar afscheid van de feestelijkheden van Kerstmis. De versieringen werden opgeruimd. De restjes van de kaarsen weren gesmolten en tot nieuwe kaarsen gegoten die men naar de kerk bracht om te laten zegenen. Na de zegening werden de kaarsen brandend naar buiten gebracht. En dan komen we toch weer uit bij Simeon die in zijn lofzang Jezus noemt: een licht dat voor de volkeren straalt. Het licht dat in de wereld is gekomen dooft niet meer. Maar laten we zuinig zijn op onze kerkelijke tradities. Bijbelse wijsheden kunnen goed hand in hand gaan met de beleving van de gelovige mens. Iedere avond wordt het ons weer kenbaar gemaakt als we de lofzang van Simeon zingen. Een jubelzang omdat Jezus op aarde en in ons leven is gekomen ook nu vandaag en elke dag. 

eerste lezing: Maleachi 3,1 - 4; tweede lezing: Hebreeën 2,14 - 18; evangelie: Lucas 2,22 - 40. 
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978: 
Toen de tijd aanbrak, waarop zij volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen, volgens het voorschrift van de Wet des Heren: Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd, en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven. Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon, een wetgetrouw en vroom man, die Israëls vertroosting verwachtte en de heilige Geest rustte op hem. Hij had een godsspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd. Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen, nam ook hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden: "Uw dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël." Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd. Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder: "Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israel, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord," Er was ook een profetes, Hanna, een dochter van Fanuël uit de stam van Aser. Zij was hoogbejaard en na haar jeugd had zij zeven jaren met haar man geleefd. Nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Ze verbleef voortdurend in de tempel en diende God dag en nacht door vasten en gebed. Op dit ogenblik kwam zij naderbij, dankte God en sprak over het kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. Toen zij alle voorschriften van de Wet des Heren vervuld hadden, keerden zij naar Galilea, naar hun stad Nazaret terug. Het kind groeide op en nam toe in krachten; het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem.